Posts tonen met het label 2010. Alle posts tonen
Posts tonen met het label 2010. Alle posts tonen

zondag 10 juli 2011

Review: By The Waters Of Tomorrow - Vespero - 2010

By The Waters Of Tomorrow - Vespero
Vespero werd in 2003 in Astrakhan, zuid-Rusland opgericht en brengt sinds 2004 muziek uit, zowel in eigen beheer, als via maatschappijen. “By The Waters Of Tomorrow”, uit 2010, is hun 3e CD, die via R.A.I.G. verschenen is. In 2007 kwam hun debuut voor het label uit, getiteld “Rito”, die in 2009 gevolgd werd door “Surpassing All Kings”. De band onderging sinds hun oprichting diverse keren bezettingswisselingen en bestaat op deze CD uit: Ivan Fedotov – drums en percussie, Arkady Fedotov – basgitaar, synthesizer, fluit en achtergrond zang, Alexander Kuzolev – gitaar en elektonica en Alexei Klabukov – synthesizer, keyboards en accordeon. Ook spelen Valentin Rulev – viool, Natalya Dosoyevskaya – fluit en Elena Belozyorova – achtergrond zang als gast muzikant op de CD mee, die 9 nummers bevat.

“By The Waters Of Tomorrow” begint met “Daphne”, een schitterend mix van progressieve en symfonische rock, waarbij ik meteen opmerk, dat hier geschoolde muzikanten aan het werk zijn, die al een tijd ervaring hebben met het maken van dit soort muziek. “Percious” is een vrij lang nummer, dat intrigerend begint en me daardoor als gehypnotiseerd aan de muziek weet te binden. Na enkele minuten verandert het tempo en wordt de muziek beduidend sneller, om vervolgens nogmaals een tempo wisseling te ondergaan en op de achtergrond hoor ik gezang alsof er monniken op de CD meedoen. Dan volgt “Amaryllis”, weer zo’n prima progrock nummer, dat me vanaf de eerste tonen boeit en na een rustige start verder als een sneltrein mijn gehoor binnen scheurt. Het nummer bevat de nodige tempowisselingen, die de muziek een extra dimensie mee geven, waarna het een vrij experimenteel eind heeft. Vervolgens is  “Gao Zült” aan de beurt en ook hierin zitten weer versnellingen en vertragingen, zodat het geheel spannend blijft.
Met “Tall Tree” blijft de band op dezelfde weg voortgaan, hoewel dit toch een heel andere sfeer bij me oproept dan voorgaande nummers door de meer hypnotiserende werking van de basgitaar, die in één ritme door het nummer gespeeld wordt. “Punto Fijo” doet me heel sterk aan Ozric Tentacles denken en is een mix van space en progressieve rock en “Pavane Lacryme” is een rustig progressief rock nummer, waarin niet echt veel te beleven is. “Seagulls Sing (When It Rains)” is weer een stuk spannender en ook hierin maakt de band een mix en deze keer is het er één van symfonische en space rock. Het laatste nummer heet “Aurora Borealis” en met dit nummer lijken ze de kunst van het muziek maken van synthesizer virtuoos Vangelis te hebben afgekeken.

Dat er Rusland ook fantastische muziek gemaakt wordt, bewijst Vespero met deze geweldige CD.
R.A.I.G. 2010

Carry Munter

woensdag 22 juni 2011

Review: The Veil Of Queen Mab - Hexperos - 2010

The Veil Of Queen Mab - Hexperos
Hexperos werd in 2004 opgericht en is een project van Alessandra Santovito – zang, fluit, dulcimer en Francesco Forgione – dubbele bas, cello, harp, percussie en keyboard, bijgestaan door harpiste Francesca Romana Di Nicola, Alessandro Pensa – viool viola en Manuel Manzitti op bas. De naam Hexperos komt uit de Griekse mythologie en de band heeft hun invloeden uit de Gothic literatuur en muziek, die vol zit met romantiek, mysterieuze sensualiteit, melancholie en steunt op klassieke invloeden. In september 2007 verscheen hun debuut CD “The Garden Of The Hexperides”via het Equilibrium label en “The Veil Of Queen Mab” uit 2010 is daar de opvolger van.

De nieuwe CD gaat over de Angel - Saksische mythologie en dan met name over de koningin van de dromen en feeën, waarvan de oorsprong waarschijnlijk in de Keltische cultuur ligt. De CD bevat 14 korte nummers en duurt slechts 48 minuten, maar is net als hun debuut een juweeltje. “The Fairy Appears” is het eerste nummer van de CD en hiermee laat Hexperos weten wat me te wachten staat. Prachtige zang verpakt in klassiek aandoende klanken, waarbij de violen en de harp het nummer dragen. Vervolgens “Queen Mab”, dat iets duisters en tragisch over zich heeft door het zware geluid van de cello, die in een langzaam tempo gespeeld wordt en door de daarbij mysterieus klinkende zang, die associaties bij me oproept van opera klanken. Ook “El Velo Azul” roept iets duisters bij me op en deze song wordt eveneens in een langzaam tempo gespeeld, waarbij ik me één van de deelnemers aan een processie waan, als mijn ogen sluit en de muziek op me in laat werken. “Moon Spell” heet de volgende song, waar Keltische klanken de hoofdmoot zijn en ik kan  bijna de vrouwen in een cirkel zien dansen, onderwijl hun lied zingend. Nog steeds heeft de muziek iets triests over zich en dat verandert ook in “Summatem Deam” niet, maar in “Diadem Of The Night” begin ik iets meer licht in de duisternis te ontwaren, doordat er hoop doorklinkt in de gespeelde tonen en de zang. In “Summoning Of The Artists” wordt het tempo zelfs al opgewekter en dit zet zich in “A Reason to Live” nog even voort, alhoewel ik hierin toch weer het dreigende begin te horen. “Nocturne” bevat weer de zware klanken van de cello en de duisternis lijkt opnieuw aan kracht te winnen, wat bewaarheid wordt in “Le Lacrime Di Prosperina”. Dan volgt “A Forest”, met een ietwat hoopvollere zang, dat deze lijn blijft volgen en “A Midsummer Night’s Dream”, een instrumentaal stukje klassiek aandoende muziek. “Time Of Spirit” wordt met heldere stem gezongen en de muziek van de dulcimer klinkt, alsof die zo uit een ouderwets speeldoosje gekomen is. Het laatste nummer van “The Veil Of Queen Mab” heet “Asturiana”, een romantisch klinkend stukje muziek, dat de CD waardig besluit.

Hexperos heeft met deze 14 nummers tellende CD weer een fantastisch stuk muziek afgeleverd, dat ik niet had willen missen. In één woord: geweldig!

Carry Munter

zaterdag 11 juni 2011

Review: Apeirophobia - Ifsounds - 2010

Apeirophobia - Ifsounds
Ifsounds werd in 1993 opgericht onder de naam If en in 2004 kwam hun eerste demo “The Cave” uit, gevolgd in 2005 door “If”. Hun eerste LP “The Stairway” werd in 2006 uitgebracht en de song “I Wish” van de CD behaalde de eerste plaats in de klassieke lijst van http:iacmusic.com, waar hij 2 maanden in bleef staan, terwijl de song “You” genomineerd werd voor de Golden Kayak Award in de easy listening categorie. In 2007 haalden 6 songs van de CD de top 10 van iacmusic.com en werden er nog 2 songs voor de Golden Kayak Award genomineerd, deze keer in de categorie progressieve rock.
Hun volgende CD “Morpho Nestira” zag in 2008 het levenslicht en werd wereldwijd goed ontvangen bij het prog rock publiek en de bladen. Niet alleen de naam If veranderde in september 2009 in Ifsounds, maar ook de samenstelling van de band onderging een verandering en nog die zelfde maand kwam de video “Midsummer Raving” uit. Begin 2010 werd het nummer “Oceans of Time” gedoneerd voor de CD “Songs For Haiti – Relief Through Music”, waarvan de opbrengst voor de slachtoffers van de ramp in Haiti bestemd was. Melodic Revolution Records bracht vervolgens in juni 2010 “If …Sounds” uit als afsluiter van het tijdperk If en in oktober van dat jaar hun CD “Apeirophobia”(Angst voor de oneindigheid).

De nieuwe CD bevat 5 nummers en duurt 50 minuten en de eerste song “Anima Mundi” laat me meteen weten, wat ik van de muziek kan verwachten. Melodische progressieve rock waarin de nodige tempowisselingen zitten in een up-tempo gespeeld met een heldere zang van zangeres Elena Ricci en een op Spaanse gitaar gespeeld klassiek aandoend eind. Het volgende nummer, “Summer Breeze”, begint heel rustig en ingetogen met een knap stukje keyboard, waarna de gitaar het over neemt en de zang zich bij het geheel voegt. In deze song klinkt de zang een stuk rauwer en langzaam maar zeker begint het nummer aan kracht te winnen, doordat ook de muziek van deze ballad een stukje steviger wordt, om aan het eind terug te keren bij het ingetogen begin. “Last Minutes” is het volgende stuk en dit is weer een stevig stuk progressieve rock, die hier en daar naar hardrock neigt te gaan en een vrij herkenbaar, maar aanstekelijk ritme heeft. Het kortste nummer heet “Aprile” en dit is echt een schitterende klassiek aandoend stuk muziek, waarin je goed kan horen, dat deze muzikanten uitstekend geschoold zijn en precies weten waar ze mee bezig zijn. Geweldig! Dan volgt de titelsong “Apeirophobia” het laatste nummer van de CD en dit 28 minuten durende schitterende stuk bestaat uit 9 delen. De band weet me met dit concept nummer vanaf het begin tot het eind te boeien en hierin 
hoor je verschillende stijlen muziek, die vakkundig tot één geheel gesmeed zijn. “Apeirophobia” is voor mij dan ook een CD, die ik met plezier regelmatig zal draaien.

Melodic Revolution Records 2010

Carry Munter

zondag 6 maart 2011

Review: Demain C’etait Hier - Les Fragments De La Nuit - 2010

Les Fragments De La Nuit, uit Frankrijk, is het project van Ombeline Charles (viool) en Michel Villar (piano).
Hun doel was het maken van muziek voor films en omdat ze live wilden optreden werd het project met 3 leden uitgebreid, waarvan 2 violisten en 1 cellist. In 2008 werd hun debuut CD “Musique Du Crepescule” via het Equilibrium label uitgebracht en de band kreeg daarmee en door hun geweldige live optredens de nodige lof. “Demain C’etait Hier” is hier de opvolger van en bevat 12 composities, die net als bij hun debuut CD aan het klassieke grenzen.
Het openings nummer “Zenith” is een stuk dat begint met violen en cello, waaraan heel subtiel de piano wordt toegevoegd en verder in het nummer de achtergrond zang, die, zoals op de eerste CD ook al het geval was, op magistrale wijze wordt vertolkt, waarbij hemelse klanken mijn oren binnen komen. De spanning van “Cyclogenese” is vanaf de eerste tonen voelbaar en dit indringende nummer, zou wel eens de totale doorbraak van de band in kunnen luiden. Het nummer begint met klassiek aandoende muziek, die vrij zwaarmoedig klinkt maar naarmate het vordert steeds meer de kant van de rock opzoekt en het laatste gedeelte is zelfs licht experimenteel te noemen.
“Teletemps” opent met pianoklanken, gevolgd door de violen en cello, die vrij stevig beginnen, maar al snel wordt het allemaal een stuk rustiger en ook nu weer heb ik idee bij een klassiek  concert te zitten en ik geniet met volle teugen van dit schitterende stuk, dat hier en daar een beetje een trieste ondertoon bevat. “Cyrius B” is zelfs een nog triester stuk , waar de weemoed vanaf druipt, maar desondanks mijn aandacht stevig weet vast te houden, alsof ik onder hypnose ben.
“Soupir” ademt diezelfde sfeer uit, maar ook nu houdt ik mijn oren gespitst, want je weet maar nooit wat er gaat komen, zo spannend is deze muziek.
Vervolgens komt “Allegra Aeternae” voorbij, waar Les Fragmants De La Nuit een schitterend bombastisch einde aan heeft weten te maken en ik kom hiervan in een jubelstemming.
Dan volgt “Marche Nocturne”, weer zo’n heerlijk stuk, gevolgd door “Les Canons Du Ciel”, dat op gedragen is aan de nagedachtenis van Bolal Dia.
Het titelnummer van de CD “Demain C’etait Hier”, een vrij kort nummer, is rustig en klinkt, net als de rest van de muziekstukken prachtig. Na “Lunistice”, dat eveneens schitterend en intrigerend gespeeld wordt, volgt “Des Restes Vivaces”. Dit wijkt compleet af van de rest van de muziek en na een rustig begin, gaat het over in een vrij agressief ritme, dat steeds meer opgevoerd wordt en net als ik denk dat het tempo weer rustiger wordt, schiet het weer omhoog. De laatste tonen komen van “Thaymiz Dih Enemy”  en dit nummer met de nodige tempowisselingen en opzwepend ritme brengt mijn oren wederom in verrukking, waardoor ik besluit om de CD nogmaals te beluisteren, om te horen of toch nog iets gemist heb.

Les Fragments De La Nuit hebben met “Demain C’etait Hier” een fantastisch stuk muziek afgeleverd, dat iedere muziekliefhebber in vervoering zal brengen.

Carry Munter

vrijdag 11 februari 2011

Review: Hard Knocks - Joe Cocker - 2010

Joe Cocker - Hard Knocks
Joe Cocker's  live uitvoering van "With A Little Help From My Mriends" (die het origineel van The Beatles doet verbleken) is de song die mij ertoe bewoog meer werk te gaan beluisteren van deze man met zijn ongelooflijk mooie rauwe stemgeluid. Een optreden tijdens het Torhout-Werchter Festival in 1985 maakte zoveel indruk dat de man vandaag de dag nog steeds is vertegenwoordigd in mijn iTunes library. Zijn laatste album "Hard Knocks" klinkt  zoals je gewend bent van deze inmiddels 67(!) jarige oude rot in het vak. Kwaliteits blues/rock/pop in de stijl van bijvoorbeeld "Unchain my heart" uit 1987. Vrouwelijke backing vocals en blazers zijn ook nu weer aanwezig in het titelnummer: "Hard Knocks". Zijn stem is sinds die tijd zo mogelijk nog mooier geworden, iets lager zelfs. Songs als het  meeslepende "Unforgiven" en het up-tempo "Get On" laten er geen twijfel over bestaan, Cocker is nog steeds een klasse apart. "So It Goes" is dan wel geen "You Are So Beautiful" maar heeft voldoende emotie. "The Fall" klinkt funky,  zing je zo mee en is op Cocker's lijf geschreven. "Stay The Same" heeft een refrein dat snel blijft hangen net als "Thankful". In beide nummers spelen de vrouwelijke backing vocals een belangrijke rol in het neerzetten van het sfeertje dat zo goed past bij een "uit zijn dak" gaande Cocker. Niet zo memorabel als in "With A Little Help From My Friends", maar nog steeds voldoende om volop van te genieten. De enige cover op dit album: "I Hope" werd geproduceerd door dezelfde man die het origineel van The Dixie Chick's produceerde: Tony Brown. Ook nu gaat mijn voorkeur uit naar Cockers versie maar ik vraag me wel af waarom er een cover nodig is voor dit album. Het originele materiaal is namelijk sterk genoeg, sterker nog, er zit eigenlijk geen slecht nummer tussen!

Joe Cocker is een artiest die al meer dan 40 jaar muziek maakt. En dat is bijzonder. Een heel verschil met de sterren die net zo snel vergeten zijn als dat ze verschenen. Om na 40 jaar nog met een album te komen met de kwaliteiten van "Hard Knocks" is maar aan weinigen voorbehouden.

Eric Krull

dinsdag 8 februari 2011

Review: Drie - The Machine - 2010

Drie - The Machine
Het Nederlandse rock trio The Machine uit Rotterdam heeft een nieuwe CD uit via het Duitse Elektrohash label, getiteld “Drie”.
Deze derde CD, die 8 songs bevat, is de opvolger van “Solar Corona” uit 2009 en “Shadow Of The Machine” uit 2007. De CD opent met “Pyro” en vanaf de eerste tonen, weet ik al wat ik kan verwachten van deze song, want de stoner rock knalt mijn oren in, brengt mijn brein in beroering en laat een verlangen naar meer achter als het nummer afgelopen is. Vervolgens is het tijd voor “Sunbow”, dat een stukje rustiger begint en langzaam aan steeds een beetje steviger wordt, totdat de band op een punt is gekomen, dat ze de muziek een totaal andere wending geeft, helaas met een naar mijn idee mij niet zo lekker lopende overgang, maar als die eenmaal achter de rug is, klinkt de muziek weer prima.
Met “Medulla” zit de band weer in het spoor van “Pyro” en hier en daar hoor ik ook de muzikale invloed van Colour Haze in dit stoner nummer, dat een up-tempo heeft, lekker stevig klinkt en flink door dendert. “Aurora” is een vrij relaxed instrumentaal stukje en heeft een licht psychedelische inslag, dat vlekkeloos over gaat in het bijna 16 minuten durende “Tsiolkovsky’s Budget”, dat uit 3 aparte stukken bestaat. Het eerste, “S-IC”, is een rustig stuk met een regelmatig terugkerend ritme, dat gevolgd wordt door het heftige “S-II”, dat vanaf het begin mijn oren teistert, maar dat kan mijn luisterplezier niet verpesten, want dit is heavy stoner in optima forma en ook aan dit stuk komt een eind en met “S-IVB” begint het derde gedeelte van het nummer.
Schitterende fuzzy stoner rock met een psychedelische ondertoon in een hypnotiserend ritme van drums en bas, zo kan ik dit stuk het beste omschrijven. Hierna volgt “Paradox”, een korte maar stevige stoner rock song, die gevolgd wordt door het langste en volgens mij meteen ook het beste nummer van de CD, “First Unique Prime”. Dit nummer heeft alles wat ik in deze muziekstijl hoop te vinden, namelijk: een stevig ritme, een scheurende fuzzy gitaar, tempo wisselingen, hypnotiserende klanken en aan hard rock verwante uitspattingen.
Het laatste nummer is een jam en wel “Jam No.Phi”, dat begint met heftig gitaarspel, waardoor ik meteen aan het gitaarspel van Jimi Hendrix moet denken, want die sfeer roept het op en de band voert dat consequent door, en daardoor krijg ik even de gedachte dat ik terug ben naar het eind van de jaren 60, schitterend!
Net als ik denk dat de CD klaar is, besluit The Machine met een zogenaamde hidden track, die voor mij eigenlijk overbodig, maar als toegift niet verkeerd is.

Elektrohash, 2010

Carry Munter

dinsdag 11 januari 2011

Review: How I Became An Alien - Tracker - 2010

In 2009 maakte het rock trio Tracker uit Oostenrijk de EP “Man Made Noise” in hun DIY studio in de Tyroler Bergen en de band oogstte daarmee een aanmerkelijk succes bij FM4’s “House of Pain” (Oostenrijk’s leidende alternatieve radio station).
Dave Schmidt van Sulatron records werd benaderd om de muziek van de band uit te brengen en het resultaat ligt hier voor me, aangevuld met enkele nieuwe nummers.
De LP bevat 6 songs, terwijl er 9 op de CD staan.
“Tight Fit” is de eerste nieuwe song, waarmee de CD begonnen wordt en de muziek pakt me onmiddellijk; in een stevig tempo en uitstekend licht hypnotiserend ritme gaat de band van start, waar de zang prima ingepast wordt, maar halverwege het nummer verandert de band ineens van ritme en het tempo van de muziek wordt trager, om vervolgens langzaam uit te doven in alleen de tonen van de piano, wat een schitterend effect te weeg brengt.
Dan vervolgt de CD met een nummer van de EP, getiteld “Recommended Fool”, een prima song die tussen stoner en pop in hangt. Vervolgens weer een nieuw nummer, “Blower”, dat vrij stevig begint, in up-tempo wordt gespeeld, over gaat in een spacy psychedelisch stukje muziek, waar enkele leuke vondsten, zoals geluiden van spelletjes in zitten, om daarna weer terug te keren in het stevige ritme en up-tempo waar het mee begon.
Ook “The Hypnotized” is een nummer van hun EP en zoals de titel al doet vermoeden, wordt dit nummer in een heerlijk hypnotiserend ritme gespeeld; Schitterend!
Nu volgt het derde nieuwe nummer, getiteld “Impregnated Eye”, dat rustig begint, maar ook een tempo versnelling heeft, waarmee de song een extra impuls krijgt. De laatste song van de LP heet “Window Shopping”, een stukje stoner gemixt met noise. “Deregulate” begint experimenteel, maar gaat over in hard rock en de band houdt dat tot het eind van het nummer vast.
Daarna volgt “Below Radar”, eveneens een hard rock song, waar noise tussendoor gespeeld wordt en de CD wordt afgesloten met het stevige “Blender”, dat in een up-tempo gespeeld wordt, met daarin ook space rock en noise verwerkt.

Carry Munter

vrijdag 31 december 2010

Review: Philharmonics - Agnes Obel - 2010

Philharmonics - Agnes Obel
De Deense Agnes Obel maakt met "Philharmonics" haar debuut. Soberheid en sfeer zijn de sleutelwoorden van dit album. Agnes nam zelf de productie en mix voor haar rekening. Het gevolg is een heel direct en eerlijk album, ontdaan van enige vorm van "opsmuk". Zang, piano en cello zetten de toon, slechts in 1 nummer horen we de gitaar. Als je het een naam moet geven, dan komt alternatieve singer-songwriter muziek redelijk in de buurt. Maar eigenlijk kun je het beter Agnes Obel muziek noemen. Want uniek klinkt ze zeker. Haar engelse uitspraak is met een duidelijke deense tongval en klinkt soms bijna aandoenlijk. Betoverend klinkt het vooral wanneer een tweede of zelfs derde stem gezongen wordt. Deze door voornamelijk piano ondersteunde zanglijnen zijn niet geschreven met het single kopend publiek in gedachten maar zijn de creaties van een zeer getalenteerde jonge vrouw die duidelijk met liefde muziek maakt, op haar manier wel te verstaan. Intieme songs die een bepaalde kalmte uitstralen en je dwingen tot luisteren met de volle aandacht. Melodieus, vrouwelijk en intelligent.

Het hoogtepunt op dit album is voor mij "Riverside". Een ijzersterke melodie en een werkelijk prachtig meerstemmig refrein dat in je hoofd blijft hangen, koppel dat aan een tekst waar je de rillingen van krijgt en je hebt een klassieker! Zeer indrukwekkend. Het titelnummer "Philharmonics" is wat minder melodieus maar heeft een bijna hypnotiserende uitwerking door het repeterende ritmische pianospel. "Katie Cruel" maakt indruk door de intieme sfeer, haar typische meerstemmige zang en manier van pianospel.
Op "Brother Sparrow" horen we de toevoeging van ingetogen gitaarspel en zowaar een drumpartij.  "Beast" kent een bijna harp achtig klinkende piano met opnieuw de typische zanglijnen die Obel in ieder nummer weer uit haar mouwen lijkt te schudden. In het refrein doet het me even vaag aan een jonge Kate Bush denken. "Over the Hill" lijkt de eerste regels even op Laura Jansen maar Obel is zo uniek dat er verder nergens vergelijkingen naar boven komen. Indrukwekkend voor een debuut. "Wallflower" is een instrumentaal nummer met piano en cello dat zo tussen je klassieke verzameling past. "Close Watch" is warempel een cover van John Cale's "I Keep A Close Watch". Nu heb ik van nature een bloedhekel aan covers maar als je het dan toch niet kunt laten doe het dan zoals Obel. Zelden heb ik een cover gehoord  die ik vele malen beter vind dan het origineel. (Ik moet daarbij wel bekennen dat ik geen fan van John Cale ben).

Zijn er minpunten te bespeuren? Misschien is Agnes Obel iets te veel "one trick pony" op dit album.  Alle nummers ademen een zelfde sfeer uit waardoor er geen verrassingen aan je voorbij komen. Als die sfeer je aangrijpt zul je daar niet van wakker liggen, maar voor de opvolger van  "Philharmonics" staat iets meer diversiteit wel op het verlanglijstje. Agnes is een dame om in de gaten te houden.



Eric Krull

woensdag 29 december 2010

Review: Hills - Hills - 2010

Hills, Hills - 2010
“Hills” is de debuut CD van de Zweedse band Hills, waarop 7 nummers staan, 2 meer dan op de LP versie.
Hills, een trio uit Götenborg, nam alle nummers al in 2008 op en bracht 1 daarvan eerder uit op cassette. De band is sterk beïnvloed door de progressieve rock muziek van bands uit de 70, krautrock, psychedelische muziek en door de monotonie van the Velvet Underground.
De CD begint met “Death 1”, een spacy stukje progressieve rock, waarbij de synthesizer en een monotone hypnotiserende bas het ritme bepalen. Dan volgt “Istiklal Street”, een vrij lang psychedelisch experimenteel nummer met spacerock invloeden, dat tegen het einde over gaat in progressieve rock. Vervolgens hoor je “You Talk The Talk”, dat bepaald wordt door bas en fluit, waarbij een monotone piano toon door het hele nummer loopt en dit nummer wordt naar een climax gebracht doordat het tempo langzaam opgevoerd wordt en de gitaar steeds meer aanzwelt.
“Rainship (Solregn) heet het volgende nummer, dat met stromend water en handgeklap begint en na enkele tijd gaat dit bijna 12 minuten durende nummer over in een stuk progressieve rock, dat me in een lichte trance brengt en me daardoor de muziek in lijkt te zuigen, zodat ik het gevoel krijg er deel van uit te maken. Daarna volgt “Ex Oblivione”, een rustig psychedelisch nummer, dat door de drums en bas gedomineerd wordt en via de synthesizer het psychedelische effect mee krijgt.
“Schlaraffenland” is een lang progressief rock nummer, dat in één tempo gespeeld wordt en ook nu weer weet de band me in een roes te krijgen met hun hypnotiserende ritme.
De afsluiter van de CD heet “Messias” en dit nummer verscheen al eerder en wel op een cassette in 2008. Dit is een stevig, maar vrij rustig nummer met een  monotoon ritme, waardoor ik als geboeid blijf luisteren en besluit de CD nogmaals te draaien.

Carry Munter

woensdag 15 december 2010

CD Review: Vanderbuyst - Vanderbuyst - 2010

Vanderbuyst, Vanderbuyst - 2010
Vandenberg, Van Halen, ….. Vanderbuyst! De gelijkenis tussen deze 3 is geen toeval. VanderBuyst laat de jaren 70 en 80 herleven. Hardrock zoals het bedoeld is, drums, bass, gitaar en de beuk erin. Eén nummer op dit titelloze debuutalbum trekt meteen mijn aandacht: "Rock Bottom".  Hét hoogtepunt op het live-album "Strangers In The Night" van UFO. Het is erg slim om dit nummer, als je het al gaat coveren, óf echt live te spelen, óf "live" in de studio op te nemen zoals in dit geval. Het nummer komt nu eenmaal het best tot zijn recht in een live sfeer. De Vanderbuyst versie blijft overeind. De drumsolo is een verrassende (slimme) toevoeging. Zo slim dat je je plots afvraagt waarom UFO dit eigenlijk niet heeft bedacht! Daarnaast is de solo op zich interessant en goed uitgevoerd. Het gitaarwerk/soleerwerk is onberispelijk. Helaas ontbreekt natuurlijk het samenspel tussen hammond organ en gitaar zoals in de UFO versie omdat Vanderbuyst geen toetsenist rijk is.  Het tweede "live" in de studio opgenomen nummer is "From Pillar To Post". Een rocker in sneltreinvaart. Recht voor zijn raap met een goede gitaarlijn en snel soleerwerk. Ook de bass gaat flink tekeer. "Tiger" is een sterke compositie waar vooral de tempowisseling in het midden erg goed uit de verf komt en het nummer naar een hoger niveau tilt. "New Orleans" is de tweede sterke compositie waar zowaar het tempo een tandje lager wordt ingezet. Een vleugje Deep Purple komt aan je voorbij met Van Halen-achtig soleer werk en de riff heeft je ook zo te pakken. "Tracy Lords", is voor mij het minste nummer op dit album. Dit komt vooral door het refrein dat wat eentonig is en snel verveelt. Het soleerwerk is wel solide zoals eigenlijk op vrijwel het gehele album. "Stealing Your Thunder" is een nummer in de stijl van "New Orleans" en loopt met een fadeout uiteindelijk over in "Rock Bottom". Eigenlijk zat ik tijdens het beluisteren van dit album wel te wachten totdat de ballad in Vandenberg stijl eraan kwam, maar… deze komt helaas niet. Dat vind ik jammer want menig hardrock band heeft zeer memorabele ballads voortgebracht en waarom zou Vanderbuyst daar niet ook toe in staat zijn?

Vanderbuyst heeft mij aangenaam verrast. Hou je van snel soleerwerk en no-nonsense hardrock? Het debuutalbum is een must voor iedere headbanger!

Eric Krull

zondag 12 december 2010

Review: Excavations Of The Mind - Sky Architect - 2010

Excavations Of The Mind
Vijf jonge, jawel, Nederlandse muzikanten vormen "Sky Architect". Een prog-rockband die zonder schaamte de jaren 70, de hoogtij jaren van dit genre, doet herleven. Instrumentaal begaafd, dat zeker. Dit vijftal steekt zijn liefde voor het genre niet onder stoelen of banken. Het titelnummer valt van het ene tempo in het andere, solo's bij de vleet en ook nog een hammond orgel op de achtergrond. Waar kun je als prog-liefhebber nog meer om vragen. Sky Architect slaagt er verrassend goed in om een sfeertje te creëren dat je makkelijk terugbrengt naar begin jaren 70. Toch is heel duidelijk te horen dat het hier niet om slechts "na-apen" gaat zoals vele anderen voor hen wel hebben gedaan. "Excavations Of The Mind"  klinkt fris, geïnspireerd en zeker niet als een debuut album van een band die nog op zoek is naar een eigen gezicht. Sky Architect weet heel precies hoe ze willen klinken en slagen erin dit ook om te zetten in een consistent album van begin tot einde. Ze hebben het genre niet uitgevonden maar voeren het welhaast perfect uit. Zo is "Gyrocopter" een korte maar krachtige explosie van instrumentaal geweld, "The Grey Legend" een 12 minuten durend epos en "Russian Wisdom" een uitstapje met muzikale humor. Het uit vier delen bestaande "Deep Chasm" beslaat zo'n 20 minuten. Deel 1, het instrumentale "Charter", zet meteen de toon, deel 2, "Chime" heeft een sterk refrein in de eerste vocale minuten, daarna barst het  nummer los in alle hevigheid met een werkelijk imposant stukje instrumentaal vertoon op toetsen en snaren. "Sky Architect" is niet vies van een paar minuutjes heftig soleren in wisselende tempo's! Deel 3 "Changeling" is een korte brug op piano naar deel 4 "Chasm" waarin aanvankelijk het refrein uit "Chime" terugkeert. De minuten die dan volgen hadden wat mij betreft achterwege gelaten mogen worden. Een psychedelisch-achtige voordracht met wat "goedkoop" aandoende effecten op de gesproken passages slaan de plank wat mij betreft een beetje mis. De band lijkt hier wat al te hard te proberen om een stukje "paranoia" op te voeren maar slaagt er niet in om overtuigend te zijn. Dit heeft wellicht ook te maken met de af en toe wat  te Nederlands klinkende Engelse uitspraak.  Het zijn overigens de enige wat zwakkere minuten op dit album.

"Excavations Of The Mind" is een vooral instrumentaal gezien indrukwekkend album. Het is bijna ongelooflijk dat dit een debuutalbum is van een zo'n jonge band! Je vraagt je af waar dit naar toe gaat als de opvolger het resultaat zal zijn van een band die zich verder heeft weten te ontwikkelen. Luister naar andere bands in dit genre en je kunt niet anders dan concluderen dat Sky Architects nu al tot de beste behoort.

Eric Krull

vrijdag 3 december 2010

CD Review: Gecekondu - Baba Zula - 2010

De Turkse band Baba Zula bracht hun eerste CD in 1999 uit en hun nieuwe CD “Gecekondu”, wat zoiets als “het moment waarop de duisternis over de stad valt” betekent, is hun zevende, waarop 11 nummers staan plus een video clip.
De band woont in Istanbul, een stad van meer dan 20 miljoen mensen, en bestaat behalve uit de oprichters van Baba Zula, Murat Ertel – saz, gitaar, tamboer en zang en Levent Akman – percussie en machines, uit: Cosar Kamci – percussie en Elena Hristova – zang.
Op Gecekondu, uitgebracht drie jaar na hun laatst verschenen CD Roots uit 2007, doen verder een aantal gastmuzikanten mee zoals Titi Robin, Alcalica, Serra Yilmaz, Cem Yildiz, Bugge Wesseltoft en ex-Asian Dub Foundation lid Dr.Das.
Het grote verschil met hun voorgaande CD’s is dat er maar twee korte nummers op staan en dat de muziek een stukje steviger is geworden. Het eerste nummer “Abdülcanbaz” heeft precies datgene wat deze muziek zo interessant maakt, namelijk een combinatie van verschillende muziekstijlen.
Traditionele Turkse klanken worden gemixt met westerse psychedelica en dub invloeden, waarbij de zang in het Turks is. “Kelebekler Kuslar” is het volgende nummer, een instrumentaal stukje, dat meer in de oosterse stijl gespeeld wordt. Dan volgt het door Elena gezongen “Efkarli Yaprak”, waarbij de band weer een combinatie van dub, reggae en oosterse muziek maakt. Daarna hoor je het iets meer dan een minuut durende “Hopce Acis”, dat door Cem Yildiz gespeeld wordt op de cura, gevolgd door “Hopce” een swingend nummer, waarbij je niet stil kan blijven zitten, met dub invloeden en zang door Murat en Elena. Halverwege het nummer lijkt de band het tempo even te laten dalen, maar dat blijkt een schijnbeweging te zijn en het blijft swingen. Dan is het tijd voor de gastmuzikanten, die “Le Furet Dans La Foret En Feu” ten gehore brengen. Dit wordt, zoals de titel al doet vermoeden, in het Frans gezongen. In dit folk nummer gebruikt de band behalve de traditionele muziekinstrumenten ook een synthesizer en weet hiermee een licht hypnotiserend effect te creëren. “Temptation” heet het volgende nummer, dat weer een combinatie van verschillende muziekstijlen is en in het Engels gezongen wordt door Tod A., die ook de bas hierbij speelt.
Ook op “Hayde Hayde”wordt door de gastmuzikanten meegespeeld. Dit hypnotiserende nummer doet me enigszins aan de muziek van de Duitse 70-er jaren band Can denken. Nu volgt er een stukje van 40 seconden, dat a-capella gezongen wordt door Elena en “Komsu Acis” heet, gevolgd door “Komsu”, een vrij psychedelisch nummer.
Als laatste nummer staat er de instrumentale uitvoering van “Temptation” op Cecekondu en dit 11 minuten durende stuk muziek is een waardige afsluiter van deze schitterende CD. Met dit nummer is het moeilijk niet met de muziek mee te bewegen en dat lukt me dan ook niet. Vanaf de eerste tonen pakt Baba Zula me met dit nummer helemaal in. Even proef ik weer de sfeer van het live optreden in Paradiso van begin april 2010, waarbij alle mensen in de zaal stonden te dansen.

“Gecekondu” is een fantastische CD, die je als muziekliefhebber niet mag missen en zeker tot de 10 beste CD’s van 2010 behoort.

Carry Munter

maandag 29 november 2010

Review: Kosmonauts - Sula Bassana - 2010

De Duitse Multi-instrumentalist Dave Schmidt, alias Sula Bassana, speelt op zijn nieuwe album, “Kosmonauts”, weer alle instrumenten zelf en produceerde de CD in zijn thuis studio. De mastering liet hij over aan krautrock legende Eroc, die dat voor veel Duitse bands en muzikanten doet.De CD werd eerder in een gelimiteerde CD-R versie uitgebracht onder de naam “Sulatronics 2”, maar omdat er zoveel positieve reacties op volgden, besloot Sula er een gewone release van te maken, waarop 5 vrij lange elektronische nummers staan.

Het openingsnummer van de CD, “Barbarella”, genoemd naar de film met Jane Fonda, laat je meteen weten, wat je kan verwachten. Science-Fiction muziek gemixt met space-rock, in een hypnotiserend ritme gespeeld, waarbij ik langzaam in een lichte roes kom, zonder enige drugs te gebruiken.
“Thora”begint als een soort video spelletje, maar langzaam maar zeker verandert het net als het voorgaande nummer in een hypnotiserend geheel, waar ik me volledig geboeid aan over kan geven. Dan volgt “Stella Star”, volgens mij het beste nummer van de CD, dat me compleet uit mijn bol laat gaan en ik besef, dat Sula me volledig in de ban van zijn  muziek heeft weten te krijgen. Vervolgens hoor ik de aanzwellende tonen van het volgende nummer, genaamd “Trillian”. Een eentonig, maar zeer intrigerend begin van dit nummer houdt me in spanning en na enkele minuten verandert het ritme in een dansbare soort trance ambient, waarop ik mee begin te bewegen. Het meest afwijkende nummer heeft Sula voor het laatst bewaard en dat heet “Pygar”. Zware indringende tonen, die een duister soort gevoelens oproepen, zo kan ik dit 10 minuten durende nummer het best omschrijven. Ondanks dat zit ik aan mijn stoel gekluisterd, omdat ik ook nu weer volledig in de muziek kan opgaan en na afloop van de CD, heb ik dan ook het gevoel, in één grote trip te hebben gezeten en ik besluit de CD nogmaals te draaien en te draaien en te draaien.

“Kosmonauts” is voor mij één van de tien beste CD’s van 2010 en dus verplichte kost!

Carry Munter




zaterdag 20 november 2010

Review: Madame Zelle - Conqueror - 2010

Madame Zelle is het vierde album van de Italiaanse symfonische rock band Conqueror, die uit 5 personen bestaat. Dat zijn: Simona Rigano – zang / synthesizer, Natale Russo – drums / percussie, Sabrina Rigano – fluit / saxofoon, Mario Pollino – gitaar en Gianluca Villa – basgitaar. De band nam het album in maart en april 2010 op en de CD gaat over het leven van Geertruida Margaretha Zelle, oftewel Mata Hari, die leefde van 1876 tot 1917. Het is een concept CD, die 9 nummers bevat.
Mata Hari was één van de meest raadselachtige vrouwen uit de vorige eeuw en ze verbleef o.a. op het eiland Java en Parijs, waar ze met veel succes op het podium en in de salons met haar onweerstaanbare charme stond tijdens de eerste wereldoorlog. Ze werd van spionage beschuldigd en ook als zodanig geëxecuteerd.
De CD opent met het bijna 15 minuten durende “Margaretha”, dat je mee neemt naar een lang vervlogen tijd, waarin synthesizer en fluit het begin vormen van een fantastisch stuk muziek met verschillende stijlen en tempo wisselingen. Symfonische rock, klassiek aandoende klanken, een prachtige zang, opzwepende ritmes, het zit er allemaal in en je kan meteen duidelijk horen, dat dit een band is van geschoolde muzikanten.
Ook in het volgende nummer, dat “ Indonesia” heet, hoor je de klasse van deze band onmiddellijk en in dit instrumentale symfonische nummer wordt de sfeer van Indonesië prima weergegeven door de oosterse klanken van de sitar en doordringende drums, aangevuld door de synthesizer en fluit.
“Occhio Dell’alba” is een swingend symfonisch nummer, dat redelijk rustig van start gaat, maar gaandeweg steeds meer vaart krijgt en door de tempo wisselingen en de prima zang van keyboards speelster, zangeres Simona Rigano krijgt het extra kracht. Dan volgt “Fascino Proibito”, dat eveneens een krachtig symfonische song is en hierin gaat de band de stevigere kant op, maar blijft toch het melodieuze er in houden. Vervolgens “Eleganza Perfetta”, dat van hetzelfde laken een pak is, dus met tempo wisselingen, sterke melodielijn en prima zang en uiteraard een lekker ritme.
“#21” begint met een mooi pianospel en gaat dan over in een lekker opwekkend stukje muziek, dat me nog vrolijker maakt, dan ik al was en dit wordt nog eens extra versterkt als ook de saxofoon en fluit hierin een rol gaan spelen en het nummer uitmondt in een stuk progrock, waarin ook de synthesizer een hoofdrol gaat spelen.
Daarna hoor je “Doppio Gioco”, een vrij vlakke song en het minst interessante nummer van de CD vind ik, want ik mis hierin het spannende, dat de rest van de songs wel hebben, maar desondanks klinkt het nummer zeker niet verkeerd. In het begin van “Da Sola”eisen fluit, drums en synthesizer de hoofdrol op en ook dit is weer zo’n song, waarvan je het verloop van de rest ongeveer wel kan raden, hoewel het toch ook weer een goede song is.
Als afsluiter hoor je weer een vrij lange song, getiteld “Ad Occhi Alti”, waarin weer van alles gebeurt en dit zijn de nummers, die een CD zo interessant maken om te beluisteren.
Conqueror levert met “Madame Zelle” een schitterende CD af die zeker zijn weg naar symfo liefhebbers zal weten te vinden en het beluisteren meer dan waard is.

Carry Munter

woensdag 10 november 2010

Review: Legacy - Hypnos 69 - 2010

“Legacy” is de vijfde CD van de Belgische band Hypnos 69, die door de broers Steve en Dave Houtmeyers is opgericht en behalve uit beide broers, verder bestaat uit Steven Marx en Tom Vanlaer.
In  2006 ging de band, nadat ze de CD  “The Electric Measure” uitgebracht hadden uit elkaar en zag het er naar uit dat we niets meer van ze zouden vernemen.  Nadat de meningsverschillen bijgelegd waren besloten ze toch weer samen te gaan optreden en een nieuwe CD te maken.
Na vier jaar is er dan de CD “Legacy”, een meer dan waardige opvolger van “The Electric Measure”.
Hij bevat 7 nummers die samen 72 minuten duren, waarvan het openingsnummer “Requiem ( For A Dying Creed)” zo’n 18 minuten duurt.
Deze song bestaat uit 3 delen die uiteraard vlekkeloos in elkaar vloeien en verschillende tempowisselingen kent. Part 1 “Within this spell” is een symfonisch stuk, dat in een up-tempo gespeeld wordt, onderbroken door het rustige eerste deel van part 2 “Visions” en verder gaat in het tweede gedeelte van part 2 “Within this spell (reprise)”, waarna het laatste stuk van deze trilogie, als je het zo zou willen noemen, “A Requiem For You” begint, dat ook weer de nodige tempowisselingen kent.
“An Aerial Architect” is de tweede song op de CD en dit is een nummer, dat me qua sfeer aan de begintijd van King Crimson doet denken en je hoort hierin dat Hypnos 69 zich sterk door deze band heeft laten beïnvloeden, waardoor de CD voor mij al een 10 scoort.
Ook het schitterende rustige symfonische “My Journey To The Stars“ scoort hoog.
“The Sad Destiny We Lament” is vanaf het begin meteen één van mijn favoriete songs van de CD. Het nummer is rustig, maar roept een lichtelijk dreigende sfeer op en halverwege wordt dit verder versterkt door de zwaar aangezette tonen van de synthesizer.
Daarna volgt er een rocknummer, getiteld “The Empty Hourglass”, dat met een vrij stevige drumpartij begint, maar langzaam maar zeker over gaat in een progressieve rocksong, waarbij de saxofoon een groot aandeel in het geheel heeft en doordat de band er een hypnotiserend ritme aan toe heeft gevoegd, hoop ik dat dit nummer zal blijven duren, maar helaas is dat niet het geval en plotseling is er een chaotische fase in de song, die over gaat in de rocksong uit de start van dit nummer.
“Jerusalem” is weer zo’n schitterende song, dat in een rustig tempo gespeeld wordt, dat langzaam verandert  in een opzwepend nummer, waarbij de saxofoon de overhand neemt en de band laat hier in horen hoe verschrikkelijk goed ze eigenlijk wel zijn.
Als waardige afsluiter staat er het uit 4 delen bestaande nummer “The Great Work” op de CD, een fantastische song, waarin alles vertegenwoordigd is: symfonisch, progressief, stoner, jazz en zelfs lichtelijk space rock.

Hypnos 69 heeft volgens mij met “Legacy” één van de 10 beste CD’s van 2010 gemaakt.
Van buitengewone klasse dus. Hulde!

CD  Elektrohasch Records

Carry Munter

zondag 17 oktober 2010

Review: Electric Moon - Lunatics - 2010

Electric Moon is de nieuwe band van Oostenrijker Dave Schmidt, alias Sula Bassana.Dave’s andere projecten zijn: Zone Six, Interkosmos, Das Alte Haus en Sula Bassana. Ook speelde hij in Weltraumstaunen, Südstern 44 en Liquid Visions. In Electric Moon speelt hij gitaar en effecten. Verder bestaat de band uit: Pablo Carneval – drums en samples en Komet Lulu – basgitaar en effecten.

De CD Lunatics is via Nasoni Records uitgebracht en niet, zoals je zou verwachten, via Dave’s eigen Sulatron label. Lunatics bevat 5 lange nummers, waarvan de kortste 5.30 minuten duurt en de langste 23.00 minuten. Het eerste nummer “Gefaehrliche Planetengirls” pakt me meteen helemaal in en deze 12.30 minuten durende progressieve psychedelische spacerock mix is precies wat ik van de CD verwacht had, de muziek van Dave kennende.
“Lunatic”, dat bijna 12 minuten duurt, sluit hier passend op aan en ook dit is weer zo’n progressief nummer, waarin ik me kan laten meevoeren en me even opgenomen voel door de muziek.
Dan volgt het 19 minuten durende “Brain Eaters” en inderdaad het is net of je brein opgegeten wordt, maar dan in positieve zin. Even geen gedachten, maar puur muziek, die mijn gedachten weg spoelt; progressief psychedelisch met een licht bedwelmend effect, waardoor ik alle tijdsbesef mis.
Het volgende nummer heet “Hotel Hell” , een cover van een song van Eric Burdon en dit is het eerste nummer waarin gezongen wordt. Dit is het kortste nummer van de CD, maar daarom niet het minste, want deze psychedelische uitvoering is geweldig. Als afsluiter van de CD hoor je “Moon Love”, dat het langste nummer is. Het begint rustig en erg psychedelisch en ook de zang roept die sfeer op en hier en daar hoor ik vroege Pink Floyd invloeden, maar langzaam maar zeker wordt de muziek steviger, maar zeker niet minder psychedelisch en uiteindelijk komt het tot een climax. Dit is voor mij zonder twijfel het beste nummer van de CD, die je zeker niet mag missen!

CD   Nasoni Records 2010

Carry Munter

zaterdag 25 september 2010

Review: The Kings of Frog Island -3 - 2010

De CD 3 is zoals de title al doet vermoeden is de derde CD van de Engelse band The Kings Of Frog Island, één van de bands van Mathew Bethancourt.
De andere bands zijn: Josiah, The Beginning en Cherry Choke.
De CD opent met het opnoemen van namen van personen, die opgehangen gaan worden en is toepasselijk “In Memoriam” genoemd. Daarna volgt het heavy “Glebe Streets Whores”, dat terug grijpt naar begin jaren 70. Scheurende gitaren en stevige drumpartijen voeren hierin de boventoon en dit is zoals rock ook moet klinken volgens mij.
Het volgende nummer is eveneens stevig en is “Bride Of Suicide” genoemd. “Dark Of You” is een rustige song, die vrij eentonig klinkt, maar desondanks toch niet verkeerd klinkt. Nu volgt mijn favoriete nummer, getiteld “The Keeper Of….”, die meteen al pakkend begint door het intrigerende gitaargeluid, dat je doet afvragen wat er gaat volgen. Wat er op volgt is een hypnotiserend stukje muziek van bas en drums met een gitaar daar doorheen in een stevig ritme dat eindigt met de woorden “I Am The Keeper Of  Keepable Bees”, dat ongeveer een minuut lang doorgaat. “More than I should Know” heet de volgende song en ook deze begint vrij rustig, maar gaat langzaam over in een meer hypnotiserende song, waarin de zang een licht echo effect heeft. Daarna hoor je “Ode To Baby Jane”, met een vrij eentonig ritme, dat daardoor licht hypnotiserend wordt , gevolgd door “I Ain’t Sorry”, “A cruel Wind Blows”, een schitterende ballad, die een prima tempoversnelling heeft en terugkomt naar het rustige begin.
Als afsluiter staat “Gallowtree Gate” op de lijst en deze song begint met een stevig eentonig trom geluid, waarna de zang ingezet wordt en de gitaar na enige tijd scheurend tussendoor klinkt.

Carry Munter

woensdag 1 september 2010

Review: Good Life - Jacqueline - 2010

Het is bijna onmogelijk om naar Jacqueline's  "Good Life" te luisteren zonder ergens in je achterhoofd de herinnering aan Krezip te laten ontwaken. Onwillekeurig ga je toch vergelijkingen maken om vervolgens toch al vrij snel tot de ontdekking te komen dat dit album weinig nieuws te melden heeft.

Het is inderdaad net allemaal wat anders dan het Krezip materiaal maar om nu te zeggen dat Jacqueline haar eigen weg is ingeslagen en de geschiedenis achter zich heeft gelaten… "Good Life" klinkt nogal richtingloos. Nu hoeft dat voor een eerste soloplaat nog geen probleem te zijn ware het niet dat er nergens verrassingen te ontdekken zijn die een belofte voor de toekomst zouden kunnen zijn. Jacqueline klinkt zoals ze eigenlijk altijd al heeft geklonken, maar nu dan met een andere begeleidingsband. Eerlijk gezegd mis ik een persoonlijkheid in de muziek. Het klinkt allemaal erg vrijblijvend. Zoals het Motown-achtige "Hold Your Fire", een vrolijk up-tempo nummer dat je zo meezingt of het best aanstekelijke "Finally In Love". "Forgive Me" is het voorbeeld van een popsong zoals er 13 in een dozijn passen. Een "niemandalletje" zoals ook "No Never".  "All I Want Is You" daarentegen weet een door de melodie en het arrangement gedragen spanning op te wekken die het nummer een eigen karakter geeft. In dit nummer zingt Jacqueline op een manier die je "eigen" zou kunnen noemen. Maar… eigenlijk had dit nummer zo afkomstig kunnen zijn van een Krezip album als je het mij vraagt. "Honey B" is een slaapliedje dat ze ongetwijfeld voor haar kind heeft geschreven en heeft een melodie met enkele mooie buigingen. "Overrated" is zo'n nummer waar ik me niet zo goed raad mee weet. Is het nu gewoon een leuk nummer of is het "lalala" gehalte wat aan de al te hoge kant in deze natuurlijk wel slim geproduceerde single.

Eén ding is zeker. "Good Life" bevat geen enkel nummer waarvan je van je stoel valt of je ademloos achterlaat. Het slaagt er geen moment in om een indruk achter te laten die je wilt delen met de rest van de wereld. Een slecht album is het zeker ook niet, het is gewoon een aardig popalbum dat de Krezip aanhang best zal willen kopen. Eerlijk gezegd had ik gewoon iets meer persoonlijkheid in het geheel verwacht van een artiest die zich heeft losgemaakt van de succesvolle band waarvan ze deel uit maakte. Een eerste soloplaat is daar toch de uitgelezen kans voor?

Eric Krull

vrijdag 30 juli 2010

Review: So Anything Else? - Miss Montreal - 2010

Met "Just A Flirt" van het debuutalbum "Miss Montreal" zette de band met Sanne Hans aan het roer zichzelf op de kaart in Nederland. Een "licht verteerbare" popsong die je in no-time meezong. Op "So… Anything Else?" gaat de band wat meer richting rock en dat pakt prima uit. De opener "The Real Thing" is een binnenkomer van jewelste. Het refrein is ijzersterk, een no-nonsense track die op mij in ieder geval meer indruk maakt dan het hele vorige debuutalbum. Opvallend aan "So… Anything Else?" is dat het merendeel van de nummers zo rond de 30 tot 40 seconden al in het refrein zijn aanbeland. "Met de deur in huis vallen" zou je dat kunnen noemen. Een instrumentale intro van meer dan 15 seconden zit er niet in. "Here Without You" valt ook binnen 30 seconden in het refrein dat opnieuw een prima song oplevert. "Giving Up On Love" bevat een prima solo, jammer dat er voor instrumentale uitstapjes op dit album geen ruimte is genomen.

"Miss Montreal" produceert met gemak up-tempo, makkelijk in het gehoor liggende couplet-refrein songs die prima binnen het radio format vallen. Zoals ook de single "Swing The Night Away".Is het wereldschokkende muziek? Nee. Is het gewoon lekkere muziek? Jazeker. "Say What You Want" is een nummer dat beter wordt naarmate je het vaker hebt gehoord en is dus een uitzondering op de regel.  "Feel" is een mooi opgebouwde song die na een akoestisch begin ontaard in een uitbundige sfeer om vervolgens weer ingetogen te eindigen. Hoogtepunt op "So… Anything Else?" is het akoestische "For You" waar het zangtalent van Sanne Hans volledig tot zijn recht komt en je dwingt om aandachtig te luisteren. Er zijn ook mindere momenten. Op "Fading Romance" klinkt de stem van Sanne Hans bijvoorbeeld behoorlijk "krakerig" tijdens het langgerekte refrein. Iets te veel "over the top" met een te vaak herhaalde titelregel. Een "stembanden breker" lijkt me. "The Backbeat", "Golden" en "Easy Way Out" zijn voor mij de wat mindere nummers.

"So… Anything Else?" is een album dat zijn voorganger overtreft, zeker als geheel. "Miss Montreal" maakt indruk en bewijst meer te vertellen te hebben dan alleen single-succes.

Eric Krull

zondag 25 juli 2010

Review: Wicked Map - Ginger Ninja - 2010

Ginger Ninja uit Denemarken maakt vrolijke pop met duidelijke electro invloeden. "Wicked Map" is hun debuutalbum.  "Crying Shame", de opening track, is een mogelijke single kandidaat wat mij betreft, een prima catchy popsong. De single "Sunshine" die tijdens het WK vaak te horen was werd een flinke hit in Nederland. Het aanstekelijke refrein met zonnige uitstraling is dan ook perfect voor een heuse zomerhit.  De rest van het album staat vol met songs die niet al te ver afwijken van dit overwegend vrolijke geluid. Het refrein in "Red Lips" is een schaamteloze imitatie van het welbekende Depeche Mode geluid, ik kan niet anders zeggen dan dat ze de kern van deze sound welhaast perfect hebben weten te vangen. Eerlijk is eerlijk… Maar of we daar nu op zitten te wachten is natuurlijk maar de vraag.

"Soldiers" is opnieuw een aanstekelijk up-tempo nummer met een mix van bijna ouderwets aandoende synthesizer sounds, ritmische gitaar en veel met kopstem gezongen vocals.  "You Can Have It All" zing je moeiteloos na één keer beluisteren mee. Get There Soon" ligt in het verlengde van "Crying Shame", zeker als je goed luistert naar de ritmische gitaarloopjes in de achtergrond die ook weer min of meer terugkeren in "The Boy Who Grew Bitter".  Na de tweede helft van het album is de verrassing van het best frisse geluid van Ginger Ninja er een beetje af en begint de voorspelbaarheid een negatieve factor van betekenis te worden. "The Boy Who Grew Bitter" ga je dan al snel als filler beschouwen. De laatste track "Bone Will Break Metal" slaagt er nog in de aandacht vast te houden door af te wijken van de sound die je  voorgeschoteld kreeg en is eigenlijk één van de sterkere songs van het album.  De band vermengt hun sound die je tot dan toe te horen kreeg hier met dance/trance invloeden die het totaal ineens een heel ander sfeer geven. Een interessante wending.

"Wicked Map" van Ginger Ninja is een aardig debuutalbum van een band die meteen een redelijk eigen sound weet te brengen afgezien van enkele "uitstapjes". Dat is op zich eigenlijk best knap ware het niet dat een vorm van afwisseling binnen deze sound op dit album met node gemist wordt. Maar daar zijn opvolgers van debuutalbums voor uitgevonden…

Eric Krull