Posts tonen met het label Eric. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Eric. Alle posts tonen

zondag 29 april 2012

Wrecks We Adore - Trijntje Oosterhuis - 2012

Wrecks We Adore - Trijntje Oosterhuis
Een samenwerking tussen Trijntje Oosterhuis en Anouk ziet er op papier natuurlijk erg goed uit. Maar van echte samenwerking valt hier niet te spreken. Het Album 'Wrecks We Adore" werd geschreven door Anouk en geproduceerd door de mensen die ook "To Get Her Together" voor hun rekening namen. Het is dus eigenlijk meer: "Trijntje zingt Anouk" geworden. Is dat dan erg? Niet als je bedenkt dat Anouk natuurlijk al een indrukwekkend repertoire heeft opgebouwd en aan niemand meer hoeft te bewijzen dat ze een goede songwriter is.

Dat bewijst het openingsnummer "Better Think Twice". Het "gospel gevoel", teweeggebracht door de samenzang in het refrein doet het prima. Het is in de laatste minuut van dit nummer waar je echter onmiskenbaar de zangstijl van Anouk in Trijntjes zang herkent. In "Happiness" wordt dit gevoel nog sterker. Het up-tempo nummer vraagt om een power in de zang waar Anouk zelf geen moeite mee zou hebben. Trijntjes stem verliest echter iets van zijn warmte wanneer ze op deze manier zingt. "We Are Gold" is een mooi geschreven song met een prachtige timing in de zanglijn. Ook "You Own My Heart heeft een mooie zanglijn en Trijntje laat zich van haar beste kant horen. Op "Nothing At All" doet ze echter in de laatste minuut iets wat haar wat mij betreft iets minder goed afgaat, namelijk een poging om haar longen uit haar lijf te schreeuwen. Haar stem klinkt hier behoorlijk "schel". Ook op "Knocked Out" zijn er fragmenten waarin ze te veel uit "haar tenen" moet halen waardoor alle warmte uit haar stem verdwijnt. "I Ain't Going Nowhere" komt niet erg geloofwaardig over wanneer Trijntje "Now all you ladies pay attention how it’s done yeah Show you how it’s done" zingt. Ze ontbeert de "attitude" die nodig is om dit te zingen. Een ingrediënt waar Anouk zelf nooit om verlegen zit. "In Time" hoort eigenlijk thuis op een Anouk album. De zanglijn is zo overduidelijk door haar geschreven, het zou me niet verbazen als Trijntje meezingt op een eerder door Anouk ingezongen take. Op dit nummer is voor het eerst ook een beetje ruimte voor instrumentale inbreng. Afsluiter "One Step Away From Coming Home" blijft in de sfeer van de vorige nummers.

Er staat geen slecht nummer op "Wrecks We Adore" maar ook geen echte uitschieters. "Better Think Twice" lijkt me een goede single keuze. Gelukkig heeft Trijntje in haar carrière al heel wat verschillende stijlen uitgeprobeerd en zullen haar fans niet een bepaalde stijl verwachten bij het uitkomen van nieuw materiaal. Het "Anouk gehalte" is echter op dit album zo hoog dat ik moeite heb om het als een Trijntje Oosterhuis album te kunnen zien. Dat ligt niet aan Anouk maar meer aan Trijntje zelf die hier toch voor gekozen heeft, of anders aan haar platenmaatschappij die natuurlijk weet dat alles wat Anouk aanraakt in Nederland goed is voor heel aangename verkoopcijfers. En zo werkt dat nu eenmaal.

Eric Krull


zondag 4 maart 2012

Review: Yori Swart - Yori Swart - 2012

Yori Swart - 2012
Na het winnen van de Amsterdamse Popprijs en de Grote Prijs van Nederland verscheen half februari het debuutalbum "Yori Swart" op haar eigen label: Ysplaat. Invloeden van folk, country zijn duidelijk hoorbaar maar het geheel is veel meer dan dat.

"Yori Swart" klinkt meer als een band dan een singer-songwriter album. Dat heeft wellicht ook met de input van producer Attie Bauw te maken. Naast de stem van Yori spelen namelijk ook de mondharmonica, gitaar en Hammond Organ een grote rol. En juist die combinatie geven het album een heel eigen geluid. Swart's aangename stemgeluid is niet meteen karakteristiek te noemen maar haar manier van zingen is dat des te meer. Opener "Rest Your Eyes" kabbelt rustig aan je voorbij en is een van de meer "poppy" songs, melodieus en sfeervol. Beheerste drums, akoestische gitaar. Single "I Say Nothing" vervolgt dit pad met een iets aanstekelijker refrein. Wat opvalt is de subtiele rol die de Hammond Organ klanken vervullen op de achtergrond. In  "Secretly Sleeping" is voor het eerst duidelijk de mondharmonica te horen. De song heeft dezelfde sfeer als de vorige twee maar is iets minder catchy. Tot dan toe klinkt "Yori Swart" erg goed maar het beste moet nog komen.

Op "Make Me Stay" komen er andere sferen tot leven. Dromerig, subtiel, zelfs hier en daar een beetje aangenaam "creepy". Op "Complacency" speelt de dreigend klinkende mondharmonica voor het eerst een hoofdrol in de verder ingetogen gespeelde begeleiding. "Oh Lord" is het hoogtepunt van het album met een heerlijke mondharmonica partij, een venijnig zingende Yori, en een prachtige gitaarpartij die me bij vlagen doet denken aan Eric Clapton's inbreng op Roger Waters "Pros And Cons Of Hitchhiking". Helaas bevat dit album niet meer van dit soort songs. Een tweede hoogtepunt is "Give You All", dat een prachtige zanglijn heeft, opnieuw gedragen door een heel subtiele begeleiding. Ook "Feathers" maakt indruk, ingetogen momenten afgewisseld met gedrevenheid maar altijd beheerst en melodieus.
"Come On Over" is een prachtige afsluiter waar ook de stem van Okke Punt (mondharmonica) een hoofdrol heeft. Opnieuw een dromerige song met heel veel sfeer die je enkele malen aan je voorbij moet laten komen voordat het je begint te grijpen.

"Yori Swart" is een sterk debuutalbum met vrijwel geen zwakke punten behalve misschien het feit dat er veel songs op staan die dezelfde sfeer uitademen. De veelal ingetogen songs worden iets te weinig afgewisseld met wat pittigers. Want als die afwisseling dan eenmaal komt met "Oh Lord", is het meteen raak en is het hoogtepunt van het album een feit.

Eric Krull



zaterdag 21 januari 2012

Review: No Regrets - Johnny Dowd - 2012

No Regrets - Johnny Dowd
Johhny Dowd is een laatbloeier, geboren in 1948. Als kind luisterde hij naar Buddy Holly, Ray Charles, James Brown en Jackie Wilson. Over zijn nieuwe album zegt hij: "my new record "No Regrets" sounds like "Wrong Side Of Memphis" on steroids". Daarmee refererend naar zijn debuut-cd uit 1998. Een debuut op 50 jarige leeftijd dus.

Dowd heeft geen boodschap aan "hokjes", zijn muziek op No Regrets" is niet in een hokje te plaatsen. Alles is mogelijk in een song. Soul, Rock, Bossanova, Blues, Pop, Folk, Country. Dowd heeft geen enkel probleem om alles naar hartelust door elkaar te mixen. Een rode draad is het gebruik van drum machines uit de jaren 60, uit nood geboren omdat zijn vaste drummer niet beschikbaar was tijdens de opnames. Vijf zangeressen ondersteunen zijn voordragende, pratende vocalen. Deze vrouwelijke inbreng doet mij heel af en toe denken aan de stijl van de vrouwelijke stemmen door Gruppo Sportivo op "Back to 78". Op "No Regrets" bezingt Dowd vrouwen die hij heeft gekend, over wie hij heeft gefantaseerd, op TV zag of waar hij nog steeds van houdt. Maar liefst 15 vrouwen komen voorbij in de 13 tracks. Openingstrack "Betty" is een telefoongesprek tussen hem en Betty die hij nog kent van Highschool en die blijkbaar nog een Leatherjacket van hem heeft. Een beetje eng is het feit dat hij zegt te weten waar haar man werkt en waar haar kinderen naar school gaan. Zoetsappige liefdesliedjes zijn aan Down niet besteed. "Billie", met een kenmerkend hammond organ op de achtergrond en een overstuurd stemgeluid, weet een apart sfeertje op te roepen. Op "Sherry" hoor je ineens dat Dowd's stemgeluid soms veel van Lou Reed wegheeft. Dit heeft alles te maken met de voordragende stijl van de vocalen. Mellow organ vermengt zich met een rauw gitaargeluid. De mix van gitaar, keyboards/hammond en elektronische loopjes, effecten en beats vormt de basis van het gehele album. Voeg daarbij Dowd's "crazy cowboy" stem en "lazy" of juist heel luchtig klinkende vrouwelijke vocalen en je krijgt een idee van de muziek op "No Regrets" waarvan "Ella" misschien wel kan dienen als blauwdruk en tevens de beste track is wat mij betreft en zelfs als single zou kunnen dienen. Toch weet Dowd niet je aandacht vast te houden gedurende het gehele album. Daar zijn zijn beperkte vocale mogelijkheden onder andere de oorzaak van maar ook de benodigde variatie blijft wel wat achter. Toch weet de laatste track "Candy" je dan weer te verrassen. Deze laatste track waarin de voordracht door Kim Sherwood-Caso wordt verzorgd, is mysterieus en sfeervol.

Johnny Dowd's "No Regrets" valt moeilijk te vergelijken met enig ander album dat mij te binnen schiet. Hij is er dus in geslaagd een eigen stijl neer te zetten. Als je kennis wilt maken met die stijl luister dan zeker naar "Ella" en "Betty".

Het album komt uit op 2 april 2012 via Mother Jinx Records/ Cadiz.

Eric Krull


woensdag 28 december 2011

Review: Viktoria - Maria Mena - 2011

Viktoria - Maria Mena - 2011
"Viktoria" is de opvolger van het uit 2008 daterende "Cause And Effect". De Noorse komt met een zeer integer album met mooie persoonlijke teksten, gezongen op haar typische, soms verhalende manier. Vernieuwend? Nee, maar dat hoeft niet altijd een vereiste te zijn.

"Homeless" is de eerste single van het album. Zeker niet het beste nummer maar wel heel duidelijk herkenbaar als Maria Mena door de typische stembuigingen zoals ze die graag toepast. Het titelnummer zou wel eens de tweede single kunnen worden. Na één keer beluisteren zing je het zo mee, een zeer toegankelijk nummer. "Habits" is voor mij het hoogtepunt van dit album, zowaar een duet met de Deense Mads Langer. Geen zoetsappig Diana Ross & Lionel Richie duet maar een intens en kwetsbaar stuk muziek rond echte emoties. De samenzang tussen Mena en Langer werkt fantastisch in het refrein en tilt het ver boven het gemiddelde van het album uit. Als Mena ooit een live album uitbrengt dan mag dit nummer niet ontbreken. Na "Habits" zou je denken dat de rest van het album hiermee vergeleken in het niet valt. Maar dat is gelukkig niet helemaal het geval. "The Art Of Forgiveness" is een staaltje van hoe je muziek kunt gebruiken om woorden te ondersteunen. Hier hoor je duidelijk het talent van Mena aan het werk. Ook "Am I Supposed To Apologize" mag er zijn. Piano en de verhalende zang in het couplet, aanzwellende drums en melodieuze zang in het refrein. "Money" is helaas te kort om echt te imponeren. Met een thema als op geld beluste familieleden kun je toch alle kanten op. Tot een climax komt het niet en dat is nu juist wat het nummer mist. "This Too Shall Pass" start veelbelovend maar komt eveneens niet echt van de grond. De aanwezige strijkers worden niet ten volle benut daar waar ze voor meer dynamiek hadden kunnen zorgen.

"Viktoria" ontbeert een echte kraker als "Just Hold Me" of "All This Time". Het album als totaal haalt het net niet bij haar voorgangers. Dat ligt voornamelijk aan de refreinen die over het algemeen net iets minder spannend of verrassend zijn dan je gewend was van "Cause And Effect" en "Apparently Unaffected". Zo is het ritmisch gezongen "My Heart Still Beats" voorbij voor je het weet zonder een duidelijke indruk achter te laten, evenals "Takes One To Know One" dat niet echt een refrein bevat en ondanks de scherp geschreven tekst niet echt kan imponeren. Toch is "Viktoria" meer dan de moeite waard, alleen al vanwege het schitterende "Habits" dat misschien wel het beste nummer is dat ze tot nu toe schreef.

Eric Krull


zaterdag 26 november 2011

Review: Variations - Hundreds - 2011

Hundreds - Variations - 2011
Het eerder op dit blog besproken album "Hundreds" van het gelijknamige broer/zus duo Philipp en Eva Milner heeft een bijzonder vervolg gekregen. Niet zelden verschijnen er remixes van eerder uitgebrachte songs maar de aanpak voor "Variations" is hiermee (gelukkig) niet te vergelijken. Het succes van "Hundreds" viert de band met 10 bewerkingen/interpretaties van songs op het eerdere debuutalbum door bevriende bands en labelgenoten Bodi Bill en Einar Stray en acts als Get Well Soon, Small Panthers en Sheahan Drive. Het resultaat is ronduit verrassend te noemen.

Opener "I Love My Harbour", door Small Panthers is zo mogelijk nog "dromiger" als het origineel en ik ben zeer verrast. Het is namelijk gewoon een prachtige uitvoering! Meer "pop", op een smaakvolle manier.

Het akoestisch startende "Fighter" is vrijwel onherkenbaar en geheel "eigen" gemaakt door Rue Royale. En met succes want ook deze uitvoering doet op zijn manier niet onder voor het origineel. En dat is knap wanneer je muziek van iemand anders speelt.

Het van origine Eurythmics achtige "Song for a Sailor" is zo mogelijk nog onherkenbaarder geworden. De versie door Monta is een slepende, in het tweede deel met zwaar overstuurde gitaarklanken doorspekte, hometaped uitvoering.

Het door Sheanan Drive uitgevoerde "Wait For My Racoon" laat zelfs de originele zanglijn volledig los. Helaas, zou ik zeggen. De Hundreds uitvoering is in geen velden of wegen meer te bekennen. Dat kun je natuurlijk ook als positief opvatten, maar naar mening is dat hier niet het geval.

De Hundreds single en zesde track op dit album "Happy Virus" kreeg een behandeling door Phon.o. Hier is de stem van Eva voor het eerst weer te bewonderen. De remix blijft vrolijk, zoals het origineel, met xylofoon doordrongen klanken die behoorlijk op de voorgrond treden. Een geslaagd resultaat.

"Grab The Sunset" door Styrofoam neemt als basis de elektronische benadering van Hundreds zelf maar maakt er een soort clubmix van die tot mijn verbazing toch spannend blijft tot het einde.

De Noorse Einar Stray neemt "Little Heart" voor zijn rekening en maakt er een kwetsbare, sfeervolle bewerking van zonder ver van het origineel af te wijken.

Op "let's Write The Streets" hoor je voor het eerst de stem van Eva samen met een mannelijke stem in de uitvoering van Get Well Soon die de muziek van broer en zus Milner goed heeft begrepen. De sfeer van het origineel keert in deze versie terug maar toch met een "twist" die het allemaal interessant houdt.

"Solace", voor mij het hoogtepunt op "Hundreds", is de afsluiter van "Variations". Touchy Mob maakt er een behoorlijk experimentele versie van die voor mij de sfeer van het origineel helaas teniet doet. Vooral de sterk ritmische benadering laat niets over van het originele refrein. Halverwege raak ik mijn aandacht kwijt. De tot 8 minuten gerekte versie is voor mij de enige teleurstelling op dit album.

Tijdens het beluisteren van "Variations" grijp ik regelmatig terug naar de originele "Hundreds" en ervaar ik opnieuw de kwaliteit van dit debuutalbum.

Voor iedereen die "Hundreds" warm heeft onthaald biedt "Variations" een zeer geslaagde toegift.

Het album komt 5 december uit onder het Sinnbus label.

Eric Krull

dinsdag 12 juli 2011

Review: Fly From Here - Yes - 2011

Fly From Here - Yes - 2011
Een Yes album zonder zanger Jon Anderson is even wennen maar werd al eerder, in 1980, een feit met "Drama" waar Trevor Horn de vocalen voor zijn rekening nam. Vooral op "Machine Messiah" liet Horn horen dat hij die rol aankon, ook al was niet iedere fan er even blij mee. 21 jaar later is Horn de producer van "Fly From Here" en neemt de Canadees Benoit David de leadzang voor zijn rekening. (Horn is nog wel als background vocalist te horen) Benoit werd "ontdekt" door Yes bassgitarist Chris Squire via YouTube filmpjes van de Yes tribute band "Close To The Edge" waarin Benoit deelnam als leadzanger.

Het album, met opnieuw artwork van Roger Dean, opent met de suite "Fly From Here". De suite maakt duidelijk dat Yes ook in 2011 nog steeds een prog-rock band in hart en nieren is. De overture zorgt dat je meteen in de juiste sfeer raakt, hints naar de jaren 70 en 80 Yes zijn duidelijk aanwezig al komt dit ook door de productie die wat mij betreft bij Horn in uitstekende handen is. Part I "We Can Fly" is een sfeervolle track met melodieuze vocale en instrumentale partijen waar Steve Howe lustig overheen soleert. Part II "Sad Night At The Airfield" bevat gitaarpartijen die me sterk aan Pink Floyd's  "Marooned" van "The Devision Bell" doen denken. Het akoestische intro, de prachtige zanglijnen, het subtiele gebruik van keyboard, kortom het totaal maakt de track van uitzonderlijke kwaliteit. Maar ook Part III "Madman At The Screens" Is een hoogtepunt. Heftige en subtiele passages wisselen elkaar af zodat je aandacht geen seconde verslapt. Yes in topvorm! Benoit stem past er perfect in. Ook hier weer het jaren 70 gevoel qua sound. Het volgende Part IV  "Bumpy Ride", is een (bijna) instrumentale up-tempo track die helaas te kort duurt want de heren leven zich hier heerlijk uit.  Al na 2 minuten gaat het over in Part V "We Can Fly Reprise". Conclusie:  de  23 minuten minuten durende suite is een nieuw hoogtepunt in het repertoire van de band.
"The Man You Always Wanted Me To Be" steekt hier een beetje bleekjes bij af, ook na meerdere malen beluisteren. Dat wil nog niet zeggen dat het een matig nummer is maar zegt meer over het niveau van het materiaal dat er aan vooraf ging. Een volgend hoogtepunt is het bijzondere "Hour Of Need" met zijn prachtige melodieuze zanglijn en werkelijk schitterend, half begeleidend en half solerend, gitaarwerk. Het is opnieuw de som der delen die het nummer zo bijzonder maakt.
In het achterhoofd komt hier de vraag op (voor het eerst) hoe het zou klinken wanneer het werd gezongen door Jon Anderson. Maar eigenlijk is die vraag overbodig want Benoit's stem klinkt gewoon prachtig en volledig op zijn plaats in dit nummer. "Solitare" is een akoestische gitaarsolo die er mag zijn en 3 minuten interessant blijft. Het bijna 7 minuten durende "Into The Storm" heeft opnieuw prachtige harmonieën, een sterke gitaarsolo en tempowisselingen en is daardoor een waardige afsluiter.

"Fly From Here" is een modern album met duidelijke hints naar de Yes van de jaren 70 en begin 80 maar de band heeft duidelijk niet de bedoeling gehad zichzelf te willen herhalen. Het is geen "Close To The Edge". Het is minder complex, daardoor toegankelijker. Minder heftig dan 90125. Belangrijker is dat de heren van Yes, die toch al redelijk op leeftijd beginnen te raken, nog steeds geïnspireerde muziek weten te maken van een niveau waar je als luisteraar alleen maar erg happy van kan worden. Van hoeveel bands die al meer dan 40 jaar bestaan kun je dat zeggen?

Eric Krull

zaterdag 28 mei 2011

Review: Quid Pro Quo - Status Quo - 2011

Quid Pro Quo - Status Quo 2011
Het 29e studioalbum van Status Quo is een feit. "Quid Pro Quo" is de opvolger van "In Search Of The Fourth Chord" uit 2007.  Wie dacht dat de fut er bij de 60-ers Rossi, Parfitt en Bown inmiddels wel uit zou zijn heeft het behoorlijk mis. Sterker, dit nieuwe album bevat materiaal dat niet misstaat tussen het werk uit hun hoogtijdagen in de jaren zeventig.

Opener "Two Way Traffic" is een solide rocker die verrast omdat het niet meteen een 13 uit een dozijn Quo track is. Het is snel, hard en heeft "ballen". Zo heeft Quo al een tijd niet meer geklonken. Opvallend is de productie die in tegenstelling tot vorige albums op sommige tracks rauwer en directer klinkt. Rossi en Mike Paxman zijn er in geslaagd om Quo op CD dichter bij het live-geluid van de band te brengen. "Rock 'N' Roll 'N' You" is minder verrassend maar is een meezinger en een typische Quo pop-rock single. Je kunt hem gratis downloaden op de website van de band. "Dust To Gold" is de track op dit album die bewijst waar deze band toe in staat is. Een inventieve rocksong waar het woord "episch" op van toepassing is. Iedereen die denkt dat iedere Quo song hetzelfde klinkt moet minimaal eens naar dit nummer luisteren. Inventief zoals in hun beste dagen dendert dit rockfeest aan je voorbij. Sommige nummers hebben "iets" waardoor je van je stoel geblazen wordt. "Dust To Gold" heeft het! Op "Let's Rock" komt de vertrouwde Quo shuffle weer aan bod, opvallend detail is de subtiele aanwezigheid van blazers. Iets dat voor het eerst (en laatst) in 1978 ook al eens te horen was op het album "If You Can't Stand The Heat". "Can't See For Looking" en "Better Than That" zijn aardige up-tempo pop-rockers zoals de band ze al jaren schrijft. "Movin' On" is opnieuw een song die laat horen waar deze band goed in is als ze op dreef zijn. Een stevige rocksong met een goede riff zonder de melodie uit het oog te verliezen. Dit presteren ze nogmaals in het snelle "Frozen Hero" met overigens een korte maar typische Rossi solo. Het hoge niveau wordt niet overal gehaald. "Reality Check" spreekt het minst tot de verbeelding, "It's All About You" zou een prima b-kantje zijn en "Leave A Little Light On" is weliswaar een meezinger maar verder niet indrukwekkend.  "The Winner" is daarentegen weer zo'n typisch Rossi gezongen nummer waarin de melodie me aardig te pakken heeft ondanks het hoge meezing gehalte. Op "My Old Ways" is de harmonica van Bob Young weer te horen, zij het in een bescheiden rol. Als laatste track staat een re-recording van het uit 1986 daterende "In The Army Now" dat in 2010 als single werd uitgebracht in de UK. De opbrengst kwam ten goede aan "Help For Heroes and British Forces Foundation charities".

Status Quo maakt in 2011 een album met hoogtepunten zoals "Dust To Gold, "Two Way Traffic", "Moving On" en "Frozen Hero" die het doet uitstijgen boven de meeste albums van misschien wel de afgelopen 30 jaar, waar de band tot ongenoegen van veel fans te vaak voor de popsongs koos in plaats van het meer heavy rock geluid waar ze beroemd mee werden. Aan hen die in die jaren zijn afgehaakt kan ik niet anders zeggen dan dat ze "Quid Pro Quo" beslist een kans moeten geven.

Eric Krull

woensdag 25 mei 2011

Review: The Thrill Of - Elliot - 2011

The Thrill Of - Elliot
Wie dacht dat bibliothecarissen per definitie saaie mensen zijn heeft het behoorlijk mis. Multi-instrumentalist Elliot bewijst het met "The Thrill Of..." Na een toevallige ontmoeting met Simon Little van STRFCKR RCRDS vertrekt hij naar Servië om in de studio van Gaspard de la Nuit zijn debuutalbum op te nemen. "The Thrill Of.." is inderdaad een typisch debuutalbum. De richting is er, maar het vormt nog geen duidelijk geheel. En dat heeft zo zijn charme.

"As The World Passes By" is een intiem intro met alleen zang en wat lichte synthesizer klanken. "Springtime Butterfly" is een vrolijk up-tempo nummer dat makkelijk als single gekozen zou kunnen worden. Het blijft meteen hangen en de ritmische, akoestische gitaarpartij doet het prima in dit nummer. "Today" (Still) is de eerste single. Een beetje seventies/disco gevoel komt duidelijk bovendrijven al is het tempo relaxed. Elliot zou beïnvloed zijn door o.a. Michael Jackson en andere Motown legendes. Zijn zang in dit nummer heeft inderdaad wel iets weg van Jackson in de periode rond "Off The Wall". "All Of A Sudden" heeft dezelfde relaxte sfeer, de gitaar staat wat hoog in de mix naar mijn idee waardoor de zang wat in de knel raakt op sommige momenten. De sfeer, zoals gezegd, is er wel in dit nummer maar pakkend is het net niet. "Both Of Us" heeft een refrein dat relaxed gezongen wordt. De bass klinkt lekker in dit nummer, doet me af en toe aan Level 42 denken en opnieuw doet de sfeer aan (prettige) vervlogen tijden terugdenken plus een vleugje funk. "In The Corner Of My Eye" is een voornamelijk akoestische ballad waar de nadruk op de zang/gitaar ligt. Elliots zang is in dit nummer niet spannend genoeg om het te kunnen dragen. Ook instrumentaal had er best wat meer mogen "gebeuren". Het up-tempo "Eternal Fame" doet het vooral goed door het meerstemmige melodieuze refrein en de uitbundige gitaarsolo die er mag wezen. De up-tempo nummers liggen Elliot duidelijk beter getuige het aanstekelijke "Chase The Day". Het ritmische refrein zit zo in je hoofd, zou ook een prima single zijn. "Just Evenings" komt goed op gang maar blijft een beetje steken halverwege waardoor je aandacht wat verslapt. "What Was It About Us" is opnieuw een ballad met zang/gitaar. Ditmaal beter geslaagd omdat er iets van melancholie komt bovendrijven wat er uiteindelijk een intieme song van maakt.

"The Thrill Of…" is vooral aangenaam wanneer Elliot het tempo er goed in heeft zitten of wanneer de seventies invloeden de boventoon voeren. "Springtime Butterfly" en "Chase The Day" zijn daar geslaagde voorbeelden van. In de ballads kiest hij een heel andere richting (meer singer/songwriter naar mijn idee) waardoor er een groot verschil in stijl op het album ontstaat. Daar is niets mis mee maar het lijkt erop dat Elliot zijn draai nog niet helemaal gevonden heeft. "The Thrill Of" heeft dan ook de charme van een debuutalbum.

STRFCKR RCRDS, releasedatum: 30 mei.

Eric Krull

zaterdag 21 mei 2011

Review: Crossing The Rubicon - Finn Silver - 2011

Finn Silver - Crossing The Rubicon
Finn Silver is een bijzonder getalenteerd gezelschap. Het bewijs hiervoor is "Crossing The Rubicon". Intelligente jazz-pop met een hoofdrol voor de sax van Ben van Gelder die er lustig op los soleert en je aandacht weet vast te houden. Ook drummer Richard Spaven en toetsenist Daan Herweg maken indruk en zijn een genot om naar te luisteren. De grootste verrassing is voor mij echter zangeres Fridolijn van Poll. Relaxed en volledig passend in de muziek die om haar heen klinkt, zingt deze dame alsof het haar geen enkele moeite kost. Haar lichte, heldere stemgeluid past uitstekend in het geheel. Opener "Roadtrip" zet de toon van het album.  Finn Silver hebben de jazz-pop weliswaar niet uitgevonden, ze voeren het wel op een geweldige manier uit. Op "Fertile Soil" is een zomerse sfeer te bewonderen, die door zang, toetsen en sax tot leven wordt gewekt. Het meer ritmische "Sitting On Shore" geeft de kunsten van drummer Richard Spaven alle ruimte, zijn spel is subtiel en nooit buitensporig. Het refrein is toegankelijk en blijft makkelijk hangen. Het iets meer poppy "Lies Within" is een hoogtepunt, voornamelijk door de prachtig klinkende meerstemmige zang in het refrein. Ook voor de minder jazz-minded luisteraar is dit een heel toegankelijk, melodieus nummer. Iets minder toegankelijk is "Play With Fire", dat meer gaat leven naarmate je het vaker beluistert. "Fu" is in feite een kort instrumentaal intro voor "Kidnapped By Butterflies". In beiden wordt subtiel gebruik gemaakt van elektronische effecten. Jazzy-pop met een twist is het interessante gevolg. Het instrumentale "Prosako" laat de sax weer alle ruimte, ook bassist Glen Gaddum speelt hier een prettige hoofdrol terwijl de drums het totaal weer moeiteloos op de rails houden. "Way Home" is een afwisseling van sax en zang, opnieuw een nummer dat groeit na het meerdere malen te hebben beluisterd. Met "little Did I know" ben je dan al weer bij de afsluiter aanbeland. Ditmaal een afwisseling van piano en zang die weet te boeien door de subtiele melodie en begeleiding.

"Crossing The Rubicon" is het resultaat van een verzameling muzikanten die een geheel vormen en tegelijkertijd ook solo een prestatie van formaat neerzetten. De composities komen voor het overgrote deel op naam van Berman/Herweg die zich hierdoor meteen meer dan bewijzen. Poll schreef alle teksten. Het geluid en de mix (Axel Reinemer) zijn uitstekend waardoor er een mooie balans tussen alle instrumenten en zang ontstaat die het geheel erg professioneel laat klinken. Zo professioneel dat je bijna vergeet dat dit een debuutalbum is! Nederland is een topband rijker: Finn Silver!
Jazzberry Records

Eric Krull





Finn Silver - Crossing the Rubicon - Album trailer from finn silver on Vimeo.

vrijdag 29 april 2011

Review: Passion - Pendragon - 2011

Passion - Pendragon - 2011
Pendragon leverde in de jaren 90 het ene na het andere hoogstaande album af met wellicht als hoogtepunt "The Masquerade Overture" uit 1996. Progressive rock met symfonische invloeden en het typische stemgeluid en gitaarspel van Nick Barrett bepalen het geluid. Pendragon verkoos in 2005 met "Believe" een iets andere richting in te slaan. Minder symfonisch en tegelijkertijd een iets moderner geluid. In 2008 verschijnt "Pure", een rauwer, harder geluid in vergelijking met al het vorige werk. Met "Passion" heeft de band uiteindelijk  de balans gevonden tussen dit "oude" en "nieuwe" geluid. Het formidabele en krachtige "Feeding Frenzy" is tegelijkertijd melodieus en rauw. "Skara Brae" is ook een voorbeeld van "oud" en "nieuw" in 1 compositie.  Een melodieuze gitaarpartij gaat hand in hand met vreemde, gewaagde keyboard klanken. In het titelnummer "Passion" schrikt men zelfs niet terug voor het gebruik van een moderne sample/beat in het intro. Maar in het ruim 11 minuten durende "Empathy" gaat de band wel erg ver met een heuse rap over een gitaarsolo. Het nummer is overigens een hoogtepunt op het album, van stevig gitaarwerk tot sterke zanglijnen in het refrein en een klassieke finale. Een regelrechte klassieker is echter "This Green and Pleasant Land", waarin het lijkt of al het goede van vorige albums wordt gebundeld met het nieuwe geluid. De ingetogen zang in het intro, de gitaarsolo die er op volgt en het epische refrein in de typische Nick Barrett stijl kan geen enkele Pendragon fan onberoerd laten. Verrassend is het tweede instrumentale gedeelte in dit ruim 13 minuten durende stuk. "Aangedreven" door drummer Scott Higham, die overigens zijn stempel drukt op dit album, laat de band nog eens duidelijk horen waarom ze tot de top behoren in dit genre. Progressive rock met een eigen geluid, en nog steeds gedreven.

Pendragon slaagt op "Passion" er in om de luisteraar te boeien met muziek die doorspekt is van melodie en authentieke emotie, als je het album de kans geeft, want het groeit na iedere keer beluisteren. Eentje die je niet snel beu zult raken. En die eigenschap heeft alleen een klassieker.

Eric Krull

zondag 10 april 2011

Review: So Beautiful Or So What - Paul Simon - 2011

So Beautiful Or So What - Paul Simon
"So Beautiful Or So What" is de opvolger van "Surprise" uit 2006. De fans hebben dus even moeten wachten. De bijna 70 jarige Paul Simon laat zich niet haasten. En waarom zou hij ook?

"Getting Ready For Christmas Day" is geen goede keuze als openingsnummer om de eenvoudige reden dat het het minst geslaagde nummer van het album is. Daarnaast heb ik geen idee waarom de akoestische gitaar is voorzien van een effect dat het geluidsniveau laat fluctueren. Het is vooral irriterend wanneer je luistert met een koptelefoon. Qua melodie valt er te weinig te beleven en de gesproken fragmenten voegen weinig toe. Op "The Afterlife" is opnieuw de akoestische gitaar slachtoffer van hetzelfde effect, dit keer minder overheersend. Het ritme en de zanglijn is op dit nummer een stuk interessanter en maakt je nieuwsgierig naar de rest. Hints naar "Graceland" zijn duidelijk aanwezig. Op "Dazzling Blue" krijg je voor het eerst wat je gewend bent van Paul Simon. Een sterk ritmisch en melodieus geheel van percussie, gitaar en zang in een stijl die onmiskenbaar de zijne is. Prachtig dus. "Rewrite" is het eerste echte hoogtepunt op "So Beatiful Or So What".  Werkelijk alles aan dit nummer kan zich meten met het beste wat Simon ooit gebracht heeft. De gitaarpartijen zijn verrassend, de zang is ritmisch en verhalend en doet denken aan de Simon uit vervlogen tijden. Wanneer iemand op 70 jarige leeftijd een van zijn beste nummers ooit brengt dan kun je toch niet anders dan heel veel respect opbrengen. Toch slaagt Simon er niet in dit hoge niveau een heel album lang vol te houden. "Love And Hard Times", is een intieme, ingetogen song waarin het verhaal de hoofdrol krijgt. Maar na enkele minuten mis ik toch melodie, een tweede stem of instrumentaal interessante partijen ondanks de subtiele arrangementen op de achtergrond. Hoe sterk de teksten van Simon ook zijn (ik geloof niet dat hij in staat is een slechte tekst te schrijven) het nummer is aangenaam maar nooit imponerend. "Love Is Eternal Sacred Light" bewijst opnieuw zijn schrijverstalent. Wat te denken van het volgende fragment:

 "Earth becomes a farm
Farmer takes a wife
Wife becomes a river and the giver of life
Man becomes machine
Oil runs down his face
Machine becomes a man with a bomb in the marketplace
Bomb in the marketplace, bomb in the marketplace".


"Amulet" is een kort instrumentaal fragment en gaat vooraf aan het volgende hoogtepunt; "Questions For The Angels".  Waar "Love And Hard Times" net niet in slaagt neemt dit nummer je aandacht volledig in beslag. Dit keer komt het verhaal met subtiele begeleiding van gedempte gitaar en harp(?) volledig tot zijn recht en je houdt je adem in tot het einde. Simon op zijn best, en vooral heel indrukwekkend.  "Love and Blessings" bevat mooi gitaarspel, electrisch en akoestisch en heeft een jazzy break. De zanglijn is mij echter te eentonig en maakt het tot een onopvallend nummer.  De titletrack "So Beautiful Or So What" heeft hetzelfde probleem. Een te vaak herhaald gitaarloopje en een vrij eentonige zang met een plotselinge fade-out is niet de afsluiter die je zou wensen. Een sterk refrein is wat ik mis in dit nummer.

Op "So Beautiful Or So What" keert Paul Simon terug naar de basis: gitaar/zang en borduurt daarmee niet verder op de sound van zijn voorganger "Surprise" waar Brian Eno als producer zijn stempel op drukte. Simons stem is weliswaar wat "dunner" geworden maar nog steeds een genot om naar te luisteren. De hoogtepunten zijn op dit album van ouderwetse kwaliteit maar de mindere nummers laten vooral qua melodie wat te wensen over.

Eric Krull

dinsdag 5 april 2011

Review: Handsome Poets - Handsome Poets - 2011

Handsome Poets 2011
Gezegend met de titel "3FM Serious Talent". Handsome Poets brengt zijn gelijknamige debuutalbum uit met een tiental nummers waaronder de singles "Blinded" (het reggae loopje in de break is een leuk detail.), "Dance (The War is over)" en "(We Can't Be) Saints". Het slimme gebruik van "ouderwets" klinkende synthesizers is wat opvalt aan de muziek van deze nederlandse band. Combineer dit met een vrolijkheid a la Ginger Ninja en zorg ervoor dat het dansbaar is. Het (single) recept van deze band lijkt goed te werken. "Call Back Tomorrow", "Stay" en "Be Where You Are" passen eveneens binnen deze omschrijving. Toegegeven, aanstekelijk is het zeker.  Maar gelukkig valt er meer te beleven. De band blijkt namelijk in staat om ook op een andere manier je aandacht te trekken. Namelijk door heel slim geschreven songs die ook door de melodie of sfeer alleen overeind blijven. De prachtige toetsenpartijen op "Out Of Your League" doen bijvoorbeeld denken aan The Doors, in het bijzonder aan "Riders On The Storm". Interessant is het samenspel tussen de verschillende synthesizer klanken die op een laid-back sfeertje aan je voorbij komen. In dit nummer hoor je toch echt een heel ander geluid dan in de singles, helaas komt de fade-out veel te snel wat mij betreft. Ook het subtiele "Silence Is Sexy" en prachtige "Kings & Queens" wijken hiervan af ook al heeft deze laatste weer een duidelijke synthesizer inbreng. Een nummer dat groeit na enkele malen beluisteren. "When Will I See You" is een wat langer nummer dat de tijd krijgt om langzaam op te bouwen, tot een echt hoogtepunt komt het helaas niet. Een wat langere solo, synthesizer of gitaar, had dit nummer niet misstaan. Serieus soleren doet de band zowiezo niet op "Handsome Poets".

Toetsenist Nils Davidse is een bepalende factor op dit album. Zijn samengestelde klanken in menig nummer zijn vaak bepalend voor het geluid van de band. Niet alleen in de singles maar ook op voor mij het hoogtepunt van dit album: "Out Of Your League.  Nederland is met Handsome Poets een "talent-band" rijker.

Eric Krull

zondag 3 april 2011

Review: Face Tomorrow - Face Tomorrow - 2011

Face Tomorrow
"Face Tomorrow" is het vierde album van de gelijknamige vijf-koppige band uit Rotterdam. "All The Way", het openingsnummer, barst meteen goed los en maakt meteen duidelijk dat Face Tomorrow niet vies is van een flinke "wall of sound".

Een heftige up-tempo gitaar-rocksound komt je tegemoet met uitbundige zang die de nodige melodie weet in te brengen. "The Fix" is de eerste single van "Face Tomorrow". Op zich is dit een begrijpelijke keuze. Het aanstekelijke ritme met gitaarloopje en backvocals klinkt toegankelijk. Toch is het refrein naar mijn idee net niet sterk genoeg om een goede kans in de hitlijsten te maken. Laten we hopen dat ik het mis heb want het is wel gewoon een lekker nummer en laat ook wel iets doorschemeren van wat je van het album kunt verwachten. "Delirium" is een slimme compositie met een sterke melodie, heftige gitaren en een break met een mooie baslijn. "Enlighten Me" dendert aan je voorbij. Het gaat meteen van start en laat je niet meer los. De break rond de 2 minuten geeft je maar heel even rust in de aanloop naar het einde.

Het daarop volgende "Snakes & Ladders" is ronduit verrassend te noemen. Een melancholische melodie gezongen met hoge uithalen en slechts hoofdzakelijk ondersteund door akoestische gitaar.  Geen heftige gitaren in een muur van geluid maar kwestbare tonen komen je dit keer tegemoet. Het langzaam opgebouwde "Move On" laat goed horen dat zanger Jelle Schrooten ook in staat is om een zekere dramatische toon in zijn stem te leggen. Het nummer blijft daardoor spannend en verveelt geen moment. "Burning Bridges" is wat tegenstrijdig. Het nummer staat bol van de spanning. Alleen de fragmenten met de overstuurde vocalen hadden achterwege mogen blijven. "Dead End" is een korte instrumental. Na het einde van dit nummer vroeg ik me af wat er van geworden zou zijn als er vocalen aan waren toegevoegd. Het lijkt alsof die er wellicht wel ooit geweest zijn? "Guardian" is een wat minder inspirerende track die qua melodie wat achterblijft bij de voorgaande nummers. Tijdens "Paralusion" lijkt het alsof de vocalen wat voorspelbaar beginnen te worden. Dit heeft ook alles te maken met de eigen stijl die Schrooten in de loop der jaren heeft ontwikkeld. In "The Maze" zingt hij sommige delen op een wat lagere toonhoogte en dat klinkt meteen weer verfrissend. Ook muzikaal gebeurt er weer van alles om opnieuw indruk te maken ook al blijven de stevige gitaren natuurlijk altijd in de hoofdrol.

Op "Face Tomorrow" klinkt de band alsof ze hun "draai" hebben gevonden. Het resultaat is een stevig rock-album met ergens nog wel een vleugje punk. Het eigen geluid van zanger Schrooten maakt de band herkenbaar tussen andere bands die deze stijl hanteren. Ook hoor ik af en toe een soort Snow Patrol "met ballen". Dit geeft aan dat ook de weg naar een meer commerciële sound inmiddels is gevonden.

Eric Krull


maandag 28 maart 2011

Review: The Unforgiving - Within Temptation - 2011

Eén van de mooiste nummers ooit is voor mij "Our Farewell" van het album "Mother Earth". De emotie is zo tastbaar in dit nummer dat ik er nog steeds kippenvel van krijg.

The Unforgiving - Within Temptation
Het nieuwe Within' Temptation album "The Unforgiving" werd aangekondigd als concept album, een genre waar ik een zwak voor heb, dus mijn verwachtingen waren hoog. Een concept album is bij uitstek geschikt om een verhaal op te bouwen, om de luisteraar van ingetogen spanning naar uitzinnige muzikale hoogtepunten te brengen. Wie zich waagt aan het genre neemt dus nogal wat hooi op zijn vork. Immers, titels als "The Wall", "Tommy", The Lamb lies down on Broadway" en Seventh Son of a Seventh Son zijn je voor gegaan om er maar een paar te noemen. Volgens zangeres Sharon was dit album een uitdaging, een andere richting. Zo anders klinkt "The Unforgiving" echter niet. Nog steeds bombastische metal die echter wel rauwer en minder gothic klinkt dan zijn voorgangers. Eerlijk gezegd, tekstueel mogen de nummers dan verweven zijn, muzikaal klinkt het toch meer als losse nummers i.p.v. een geheel. En dat vind ik wat teleurstellend. Geen moment heb je namelijk het idee naar een concept album te zitten luisteren. Ieder nummer is een track op zich, niets gaat muzikaal in elkaar over en onderling is er dus geen opbouw naar het einde van het verhaal, geen instrumentale fragmenten, (te) weinig soleerwerk. Erg jammer want ik ben er van overtuigd dat de band dit in zich heeft. De magie van Within' Temptation draait nog steeds volledig rond de vocalen van Sharon.

Is het daarom een minder album? Nee. Op "The Unforgiving" staat eigenlijk geen enkel zwak nummer. Iedere track heeft een toegankelijk refrein, de single "Faster" is daar een voorbeeld van. Ook "Sinéad" is op dit punt erg sterk. Eigenlijk bestaat het album uit metal-achtige, bombastische muziek, geschreven rond een pop-structuur, (en daardoor erg commercieel), eerlijk is eerlijk, de band is daar erg goed in. Een hoogtepunt is "Shot in The Dark", een track die zelfs na 1 keer beluisteren er flink in hakt. "Fire And Ice" begint ingetogen maar loopt uiteindelijk uit op een meeslepend einde. Meeslepend en vol drama is ook "Lost" dat een helaas veel te korte akoestische solo bevat. "Iron" is een up tempo rocker die zeker de fan van de hardere sound zal bekoren. Op "Murder" klinkt Sharon heerlijk "eng" en het refrein is opnieuw erg sterk. Ze klinkt op dit album zowiezo minder "engelachtig" als op b.v. "Mother Earth". Ze is als zangeres sindsdien alleen maar verder gegroeid en dus nog beter in staat om meer afwisseling in haar stem te leggen. Haar meerstemmige zanglijnen blijven altijd interessant ook al is na al die jaren de verrassing er een beetje vanaf. "Stairway To The Skies" is de afsluiter van het album dat helaas eindigt met een fade out die te snel komt.

"The Unforgiving" zal vrees ik niet tussen het rijtje memorabele concept albums dat ik eerder opnoemde worden opgenomen. Toch is het een zeer geslaagd album vanwege de hoge kwaliteit van de afzonderlijke tracks met sterke refreinen en vocalen. De Within' Temptation fan zal het zeker kunnen waarderen.

Eric Krull


dinsdag 22 maart 2011

Review: Hundreds - Hundreds - 2011

Hundreds - Hundreds 2011
Philipp en Eva Milner, broer en zus, vormen "Hundreds". Hun gelijknamige debuutalbum komt 4 april uit in de Benelux via Sinnbus / Rough Trade. Elektronische pop is de meest voor de hand liggende omschrijving van hun muziek maar daarmee doe je hen tekort.

Het eerste wat opvalt aan het geluid van Hundreds is het ontbreken van vertrouwde synthesizer geluiden (strings, brass) die vele andere elektronische pop bands juist wel veelvuldig gebruiken. Het duo experimenteert er lustig op los met klanken en samples met als resultaat een heel eigen geluid. Zo zul je bijvoorbeeld niet alleen elektronisch nagebootste snaredrum of hi-hat geluiden horen maar worden deze regelmatig vervangen door geheel andere klanken die je niet zou verwachten. Dit vereist enige gewenning wanneer je de muziek van Hundreds voor het eerst hoort. Het is echter zo slim geproduceerd dat het al snel bijna "natuurlijk" aanvoelt. Deze aanpak heeft ook nadelen, een makkelijk in het gehoor liggende drum beat is niet vanzelfsprekend. Maar daar moet de muziek van dit duo het dan ook niet van hebben. Sfeer, daar draait het om.
Eva's stem blijkt perfect te passen tussen de klanken die broer Philipp tevoorschijn tovert. Het openingsnummer "Solace" is werkelijk prachtig. Heeft het het pakkendste refrein ooit? Nee, maar wat een sfeer en mooie zanglijn die ook prachtig warm klinkt! Het subtiele gebruik van samples vult het geheel aan. "Grab The Sunset" heeft een onderdrukte up-tempo beat, piano fragmenten en opnieuw sterke zanglijn.

"Happy Virus" is de eerste single. En terecht, het is het meest toegankelijke nummer met een aanstekelijk ritme en refrein. De live uitvoering hieronder is (te)kort maar krachtig en muzikaal zelfs nog interessanter.  "I Love My Harbour" slaagt er opnieuw in een sfeer op te roepen waarbij je lekker onderuit zakt op de bank en wegdroomt met de koptelefoon op. Luistermuziek dus. "Blank" is een korte instrumentale track.  "Machine" is qua melodie en zanglijn wat minder indrukwekkend dan voorgaande nummers. Met "Song For A Sailor" heeft Hundreds mijn aandacht weer te pakken. Ritmisch aanstekelijk en een hele slimme sample in het refrein. "Walking On Rails" is wederom een aardige korte instrumentale track. "Wait For My Raccoon" is niet het meest toegankelijke nummer op "Hundreds" maar heeft wel zijn eigen charme. Je zou dit toch redelijk experimentele muziek kunnen noemen! De vocalen zijn opnieuw sterk. "let's Write The Streets" heeft een heel pallet aan klanken die ritmisch in elkaar zijn verweven, soms heftig, soms ingetogen. "Little Heart" is een ingetogen nummer met prachtige meerstemmige vocalen van Eva. Terwijl de laatste klanken wegzakken bedenk ik me ineens dat ik eigenlijk meer van dit soort meerstemmige vocalen zou willen horen.

"Hundreds" maakt indruk met voor mij "Solace", "little Heart" en "Song For A Sailor" als hoogtepunten. Het album heeft twee of drie keer beluisteren nodig voordat het tot leven komt maar het is er wel een die je niet snel beu zult zijn. Waarom? Omdat het gemaakt is met passie voor muziek in plaats van de drang om snel te scoren.

Eric Krull





Hundreds - Happy Virus | Live at Volksbühne, Berlin from Sinnbus on Vimeo.

zondag 13 maart 2011

Review: Never For Ever - Kate Bush - 1980

De hoge stem van Kate Bush herken je uit duizenden. Toen haar debuut "Wuthering Heights" werd uitgebracht vroeg ik me zelfs af of de pitch instelling niet iets naar boven was gedraaid. De eerste live opnamen maakte een eind aan die gedachte. Hoewel  "Lionheart" voor mij wat tegenviel als de opvolger van haar verbluffende debuut  "The Kick Inside" is "Never For Ever" weer smullen geblazen.

"Babooshka" is de eerste single. Een typische Bush popsong met een sterk refrein en toegankelijke melodie in het couplet. De uitgelaten zang geeft het nummer een bijna vrolijke sfeer ondanks het thema ontrouw. Naast pop maakt Kate met hetzelfde gemak meer experimentele muziek. "Delius" heeft een heel wat kalmere sfeer, ondersteund door piano en de typische jaren tachtig drummachine geluiden. (zoals bijvoorbeeld ook aanwezig in "Duke" van Genesis uit hetzelfde jaar). Ook het prachtige "Blow Away" is geen gemiddelde popsong. Het samenspel van Kate's meerstemmige vocalen en piano doet het uitstekend zonder duidelijke couplet/refrein structuur. "All We Ever Look For" is instrumentaal erg interessant door gebruik van Koto, Timpani en akoestische gitaar. "Egypt" is een verhaal apart. Wat een fantastisch stuk muziek is dit en wat jammer dat het eindigt met een fade-out die veel te snel komt. Dit aanvankelijk rustig opgebouwde nummer verandert langzaam in een instrumentaal hoogtepunt met een opzwepende vocale begeleiding in een sfeer die prima bij het geheimzinnige Egypte van de Farao's past. "The Wedding List" lijkt vervolgens weer wat meer op bijvoorbeeld "Them Heavy People", al gaat ze vocaal behoorlijk los tegen het einde. Op "Violin"  hoor je een Kate Bush zoals je ze niet vaak zult horen, namelijk in een onvervalste rocker! Een bijna krankzinnige zang ( Lene Lovich heeft goed naar dit nummer geluisterd) met uithalen naar alle hoogten en een viool in de hoofdrol. Formidabel, Kate in topvorm! Het contrast met het volgende nummer "The Infant Kiss" had niet hoger kunnen zijn. Een heel intiem nummer met piano en zang en een melodielijn zoals alleen muzikale talenten die kunnen schrijven brengen je opnieuw in vervoering, maar deze maal van een heel andere orde dan voorganger "Violin". En dat is toch  juist wat je wilt beleven bij het beluisteren van muziek? "Army Dreamers" is de tweede single. Een onvervalste protest-song over de verspilling van menselijk (jong) leven in een oorlog. Kate Bush als protest-zangeres dus. Hetzelfde doet ze in de afsluiter "Breathing" die gaat over een foetus die zich bewust is van wat zich allemaal afspeelt buiten het lichaam van zijn/haar (rokende) moeder na een nucleaire ontploffing en de vraag stelt "What are we going to do without" (schone lucht) "Oh, Leave me something tot breathe". Een scenario voor een dramatisch stuk muziek zou je zo denken. En dat krijg je ook. Zowel muzikaal als vocaal straalt het hele nummer een niet mis te verstane dreigende sfeer uit.

"Never For Ever" is mijn favoriete Kate Bush album. Eentje die je niet beu raakt omdat het zo afwisselend en gevarieerd is en bovenal heel wat emotie in zich draagt. Kortom, het recept voor een geweldig album.

Eric Krull

zondag 20 februari 2011

Review: The King Of Limbs - Radiohead - 2011

King Of Limbs - Radiohead
Bij het beluisteren van nieuw materiaal van Radiohead ben ik toch altijd weer geneigd het met "Ok Computer" te gaan vergelijken, wat je natuurlijk niet moet doen. Het mag meteen duidelijk zijn dat "The King Of Limbs"  hiermee onmogelijk te vergelijken is. Radiohead is namelijk geen band die zichzelf wenst te herhalen. Ook niet als een vorig album een groot succes bleek te zijn. Van hoeveel bands kun je dat zeggen? Echter, hoe lovenswaardig dat ook mag zijn, het is geen garantie voor nieuwe grootse muziek. "The King Of Limbs" imponeert mij niet echt of het zou op "Give Up The Ghost" moeten zijn waar de vocalen wel erg mooi in elkaar overlopen en een heel apart sfeertje in het leven roepen. Dat is ook meteen wat men heeft getracht te bewerkstelligen. Het oproepen van een sfeervol geluid met vooral in de eerste nummers de nadruk op wat tegendraadse ritmes.

Met openingstrack "Bloom" wordt de toon gezet voor de eerste nummers van het album. De samples die oneindig herhaald worden, worden aangevuld met vocalen die "zwemmen" in de galm, evenals de instrumentale inbreng. Even klinkt dit aangenaam maar ik zit toch eigenlijk na enkele minuten wel te wachten op een muzikale wending die uiteindelijk niet komt. "Morning Mr. Magpie" heeft een "nerveus" ritme aangevuld met bijna hypnotiserende klanken en een eentonige zang. Opnieuw zit ik te wachten tot er instrumentaal iets interessants gaat gebeuren maar ook in dit nummer blijft het achterwege. "Little By Little" brengt ook hier geen verandering in. Yorke's zang klinkt hier zelfs wat zeurderig en is voor mij een dieptepunt. Het instrumentale "Feral" heeft opnieuw een "nerveus" ritme, slechts aangevuld met een serie samples. Alsof er iemand een middagje met Apple's Garageband heeft zitten spelen? Tot dan toe heb ik nog geen moment het gevoel gehad naar een band te zitten luisteren. Ook de single "Lotus Flower" brengt daar geen verandering in. Op "Codex", dat door piano gedragen wordt, staat ook de sfeer die het oproept weer op de eerste plaats. Een aanstekelijke melodie moet het echter ontberen. Het enige nummer dat echt mijn aandacht weet te vangen is "Give Up The Ghost". Precies datgene wat de band in de voorgaande nummers niet voor elkaar krijgt lijkt hier wel te lukken. Een sfeer oproepen die zo sterk is dat het een melodie in een structuur van couplet / refrein kan vervangen. Het lijkt het uitgangspunt voor "The King Of Limbs" te zijn geweest maar helaas is Radiohead  daarin, met uitzondering van "Give Up The Ghost", naar mijn mening niet geslaagd.

Toch blijf ik me afvragen of de band deze nummers wellicht live beter tot zijn recht zal laten komen. Ik denk namelijk van wel. Zo vind ik de live uitvoering (zie hieronder) van "Lotus Flower" vele malen interessanter dan de studio uitvoering.

"The King Of Limbs" is voor mij teleurstellend. Radiohead is echter een band die op een volgend album weer geheel anders kan klinken. En dus kijk ik gewoon weer met veel interesse uit naar nieuw materiaal.

Eric Krull




vrijdag 11 februari 2011

Review: Hard Knocks - Joe Cocker - 2010

Joe Cocker - Hard Knocks
Joe Cocker's  live uitvoering van "With A Little Help From My Mriends" (die het origineel van The Beatles doet verbleken) is de song die mij ertoe bewoog meer werk te gaan beluisteren van deze man met zijn ongelooflijk mooie rauwe stemgeluid. Een optreden tijdens het Torhout-Werchter Festival in 1985 maakte zoveel indruk dat de man vandaag de dag nog steeds is vertegenwoordigd in mijn iTunes library. Zijn laatste album "Hard Knocks" klinkt  zoals je gewend bent van deze inmiddels 67(!) jarige oude rot in het vak. Kwaliteits blues/rock/pop in de stijl van bijvoorbeeld "Unchain my heart" uit 1987. Vrouwelijke backing vocals en blazers zijn ook nu weer aanwezig in het titelnummer: "Hard Knocks". Zijn stem is sinds die tijd zo mogelijk nog mooier geworden, iets lager zelfs. Songs als het  meeslepende "Unforgiven" en het up-tempo "Get On" laten er geen twijfel over bestaan, Cocker is nog steeds een klasse apart. "So It Goes" is dan wel geen "You Are So Beautiful" maar heeft voldoende emotie. "The Fall" klinkt funky,  zing je zo mee en is op Cocker's lijf geschreven. "Stay The Same" heeft een refrein dat snel blijft hangen net als "Thankful". In beide nummers spelen de vrouwelijke backing vocals een belangrijke rol in het neerzetten van het sfeertje dat zo goed past bij een "uit zijn dak" gaande Cocker. Niet zo memorabel als in "With A Little Help From My Friends", maar nog steeds voldoende om volop van te genieten. De enige cover op dit album: "I Hope" werd geproduceerd door dezelfde man die het origineel van The Dixie Chick's produceerde: Tony Brown. Ook nu gaat mijn voorkeur uit naar Cockers versie maar ik vraag me wel af waarom er een cover nodig is voor dit album. Het originele materiaal is namelijk sterk genoeg, sterker nog, er zit eigenlijk geen slecht nummer tussen!

Joe Cocker is een artiest die al meer dan 40 jaar muziek maakt. En dat is bijzonder. Een heel verschil met de sterren die net zo snel vergeten zijn als dat ze verschenen. Om na 40 jaar nog met een album te komen met de kwaliteiten van "Hard Knocks" is maar aan weinigen voorbehouden.

Eric Krull

vrijdag 31 december 2010

Review: Philharmonics - Agnes Obel - 2010

Philharmonics - Agnes Obel
De Deense Agnes Obel maakt met "Philharmonics" haar debuut. Soberheid en sfeer zijn de sleutelwoorden van dit album. Agnes nam zelf de productie en mix voor haar rekening. Het gevolg is een heel direct en eerlijk album, ontdaan van enige vorm van "opsmuk". Zang, piano en cello zetten de toon, slechts in 1 nummer horen we de gitaar. Als je het een naam moet geven, dan komt alternatieve singer-songwriter muziek redelijk in de buurt. Maar eigenlijk kun je het beter Agnes Obel muziek noemen. Want uniek klinkt ze zeker. Haar engelse uitspraak is met een duidelijke deense tongval en klinkt soms bijna aandoenlijk. Betoverend klinkt het vooral wanneer een tweede of zelfs derde stem gezongen wordt. Deze door voornamelijk piano ondersteunde zanglijnen zijn niet geschreven met het single kopend publiek in gedachten maar zijn de creaties van een zeer getalenteerde jonge vrouw die duidelijk met liefde muziek maakt, op haar manier wel te verstaan. Intieme songs die een bepaalde kalmte uitstralen en je dwingen tot luisteren met de volle aandacht. Melodieus, vrouwelijk en intelligent.

Het hoogtepunt op dit album is voor mij "Riverside". Een ijzersterke melodie en een werkelijk prachtig meerstemmig refrein dat in je hoofd blijft hangen, koppel dat aan een tekst waar je de rillingen van krijgt en je hebt een klassieker! Zeer indrukwekkend. Het titelnummer "Philharmonics" is wat minder melodieus maar heeft een bijna hypnotiserende uitwerking door het repeterende ritmische pianospel. "Katie Cruel" maakt indruk door de intieme sfeer, haar typische meerstemmige zang en manier van pianospel.
Op "Brother Sparrow" horen we de toevoeging van ingetogen gitaarspel en zowaar een drumpartij.  "Beast" kent een bijna harp achtig klinkende piano met opnieuw de typische zanglijnen die Obel in ieder nummer weer uit haar mouwen lijkt te schudden. In het refrein doet het me even vaag aan een jonge Kate Bush denken. "Over the Hill" lijkt de eerste regels even op Laura Jansen maar Obel is zo uniek dat er verder nergens vergelijkingen naar boven komen. Indrukwekkend voor een debuut. "Wallflower" is een instrumentaal nummer met piano en cello dat zo tussen je klassieke verzameling past. "Close Watch" is warempel een cover van John Cale's "I Keep A Close Watch". Nu heb ik van nature een bloedhekel aan covers maar als je het dan toch niet kunt laten doe het dan zoals Obel. Zelden heb ik een cover gehoord  die ik vele malen beter vind dan het origineel. (Ik moet daarbij wel bekennen dat ik geen fan van John Cale ben).

Zijn er minpunten te bespeuren? Misschien is Agnes Obel iets te veel "one trick pony" op dit album.  Alle nummers ademen een zelfde sfeer uit waardoor er geen verrassingen aan je voorbij komen. Als die sfeer je aangrijpt zul je daar niet van wakker liggen, maar voor de opvolger van  "Philharmonics" staat iets meer diversiteit wel op het verlanglijstje. Agnes is een dame om in de gaten te houden.



Eric Krull

woensdag 15 december 2010

CD Review: Vanderbuyst - Vanderbuyst - 2010

Vanderbuyst, Vanderbuyst - 2010
Vandenberg, Van Halen, ….. Vanderbuyst! De gelijkenis tussen deze 3 is geen toeval. VanderBuyst laat de jaren 70 en 80 herleven. Hardrock zoals het bedoeld is, drums, bass, gitaar en de beuk erin. Eén nummer op dit titelloze debuutalbum trekt meteen mijn aandacht: "Rock Bottom".  Hét hoogtepunt op het live-album "Strangers In The Night" van UFO. Het is erg slim om dit nummer, als je het al gaat coveren, óf echt live te spelen, óf "live" in de studio op te nemen zoals in dit geval. Het nummer komt nu eenmaal het best tot zijn recht in een live sfeer. De Vanderbuyst versie blijft overeind. De drumsolo is een verrassende (slimme) toevoeging. Zo slim dat je je plots afvraagt waarom UFO dit eigenlijk niet heeft bedacht! Daarnaast is de solo op zich interessant en goed uitgevoerd. Het gitaarwerk/soleerwerk is onberispelijk. Helaas ontbreekt natuurlijk het samenspel tussen hammond organ en gitaar zoals in de UFO versie omdat Vanderbuyst geen toetsenist rijk is.  Het tweede "live" in de studio opgenomen nummer is "From Pillar To Post". Een rocker in sneltreinvaart. Recht voor zijn raap met een goede gitaarlijn en snel soleerwerk. Ook de bass gaat flink tekeer. "Tiger" is een sterke compositie waar vooral de tempowisseling in het midden erg goed uit de verf komt en het nummer naar een hoger niveau tilt. "New Orleans" is de tweede sterke compositie waar zowaar het tempo een tandje lager wordt ingezet. Een vleugje Deep Purple komt aan je voorbij met Van Halen-achtig soleer werk en de riff heeft je ook zo te pakken. "Tracy Lords", is voor mij het minste nummer op dit album. Dit komt vooral door het refrein dat wat eentonig is en snel verveelt. Het soleerwerk is wel solide zoals eigenlijk op vrijwel het gehele album. "Stealing Your Thunder" is een nummer in de stijl van "New Orleans" en loopt met een fadeout uiteindelijk over in "Rock Bottom". Eigenlijk zat ik tijdens het beluisteren van dit album wel te wachten totdat de ballad in Vandenberg stijl eraan kwam, maar… deze komt helaas niet. Dat vind ik jammer want menig hardrock band heeft zeer memorabele ballads voortgebracht en waarom zou Vanderbuyst daar niet ook toe in staat zijn?

Vanderbuyst heeft mij aangenaam verrast. Hou je van snel soleerwerk en no-nonsense hardrock? Het debuutalbum is een must voor iedere headbanger!

Eric Krull