Status Quo - rockers still rollin'









Eric over "zijn" Status Quo
:

Op negenjarige leeftijd kocht ik mijn eerste single. "Down Down" van Status Quo. Ik had geen idee waar het over ging en verstond niet eens wat er nu precies gezongen werd. Ik maakte er iets als: "damdamdiedeliedam" van.

Tot op dat moment bestond mijn platencollectie voornamelijk uit Abba en The Rubettes. Gekregen voor mijn verjaardag en van Sinterklaas. Het was mijn broer die "The Mighty Quo" in huis bracht. "Live!" en "Quo" waren de albums die ik al heel snel regelmatig van zijn kamer haalde en ontelbare keren draaide op een pick-upje dat ik had gekregen van een vriend. Toen ik uiteindelijk een goede koptelefoon kreeg van mijn ouders brak er een periode aan in mijn leven dat ik echt ging luisteren naar wat er allemaal gebeurde op een plaat en een liefde voor muziek ontwikkelde die nooit meer over zou gaan.













De single "Down Down" heb ik letterlijk versleten. Inclusief de B-kant: "Nightride". Het album "On The Level" kocht ik pas enkele jaren later omdat ik simpelweg geen geld had om platen te kopen op twaalfjarige leeftijd. Tot die tijd moest ik het dus doen met de Status Quo-albums die mijn broer kocht. "Blue For You" kwam daar later ook nog bij. (Bedankt broertje!)

Status Quo heeft over het algemeen weinig "credit" gekregen van muziekcritici. Het zou allemaal teveel van hetzelfde zijn. Wie werkelijk heeft geluisterd naar hun muziek door de jaren heen weet dat er grote verschillen zijn in stijl in de jaren 70, 80, 90 en 2000. Al 35 jaar luister ik naar hun muziek en ik blijf er naar luisteren. Daar kan geen enkele muziekcriticus iets aan veranderen. Vind ik dan alles goed wat ze uitbrengen? Nee, zeker niet. Tussen de fans is er al jaren een discussie op het messageboard over de muziek van "toen" en "nu". Velen verlangen terug naar de Quo van de jaren 70-80. De periode waarin ze mateloos populair waren en miljoenen platen verkochten. Als ik heel eerlijk ben moet ik bekennen dat dit ook de periode was waarin ze wat mij betreft hun beste muziek schreven. Maar tijden veranderen en ook Quo zou aan verandering onderhevig zijn, dat is nu eenmaal onvermijdelijk. Eind jaren 70, begin jaren 80 bleek dat frontman Francis Rossi en bassist Alan Lancaster duidelijk een andere mening hadden over welke richting ze moesten inslaan om Status Quo overeind te houden in een tijd waarin de muziekwereld nieuwe sterren als Madonna, Prince, Duran Duran en Michael Jackson omarmde. Populaire muziek werd meer en meer elektronisch en waar dat niet het geval was stonden nieuwe rockhelden als U2 en Simple Minds te popelen om de wereld te veroveren. Rossi wilde meer richting pop en had een zwak voor country, Lancaster wilde juist dat Quo vasthield aan het meer heavy repertoire. Halverwege de jaren 80 verliet Lancaster de band nadat ook drummer John Coghlan er in 1981 de brui aan had gegeven. Het was het einde van "The Frantic Four" zoals ze genoemd werden door "The Quo Army", hun fanbase, maar zeker niet het definitieve einde. Vijfentwintig jaar later is Status Quo nog steeds springlevend met inmiddels maar liefst 28 studioalbums achter hun naam en een live-reputatie waar menig band alleen maar van kan dromen.













Op "Ma Kelly's Greasy Spoon" uit 1970 (vooraf gegaan door de single "Down the Dustpipe") zijn de eerste tekenen van de geboorte van het Quo-geluid te horen. "Spinning wheel blues", "Shy Fly" en "April, Spring, Summer and Wednesdays" zijn voor mij de uitschieters. Vreemde eend in de bijt is toch wel het door Parfitt gezongen "Everything", een erg brave ballad.

"Dog of Two Head" uit 1971 bevat "Mean Girl", een snelle rocker die zowaar goede kritieken krijgt in Engeland wanneer het later op single wordt uitgebracht. Kenmerkend is de typische Rossi solo. "Railroad" blijft doorstomen in je hoofd, heel duidelijk een voorbode van het latere werk. In "Someone's Learning", "Umleitung" en "Something's Going On In My Head" hoor je de ontwikkeling die zal uitmonden in het naar mijn mening eerste echte grootse album: "Piledriver". Wat in deze songs soms nog wat richtingloos lijkt te zijn krijgt zijn vorm op deze opvolger.

Het openingsnummer "Dont Waste My Time" op "Piledriver" uit 1972 is een blauwdruk voor wat komen gaat in de jaren zeventig. Stevige boogie-rock waarop je hoofd als vanzelf gaat headbangen. "Paper Plane" (door fans gekozen als beste single ooit) heeft zo mogelijk nog meer power en dendert je speakers uit als een stoomlocomotief. "Big Fat Mamma" is het volgende hoogtepunt op dit album dat mede door zijn tempowisseling in het midden een favoriet van menig fan is geworden. Het prachtige "A Year" is het bewijs dat Quo tot meer in staat is dan alleen boogie-rock. De opgebouwde spanning en meerstemmige zanglijn maken dit tot een prachtige compositie. Het bluesy "Unspoken Words" brengt nog meer variatie op dit album. Waarom de Doors cover "Roadhouse Blues" op dit album staat is mij een raadsel. Het lijkt me dat Rossi/Lancaster/Parfitt in 1972 meer dan genoeg inspiratie hadden om zelf nummers te schrijven. (Bekijk hier de volledige review van Piledriver)

In 1973 verschijnt "Hello", het eerste nummer 1 album in Engeland. Tot op de dag van vandaag opent Status Quo een optreden met "Caroline". Het aanzwellende ruige gitaargeluid van Parfitt waarna drums, bas en de lichtshow tot leven komen is het startschot voor alweer een optreden van "The Mighty Quo". "Roll Over Lay Down", een al even legendarisch nummer opent het album. In de jaren 70 werd "4500 Times" dat op plaat al zo'n 10 minuten duurt vaak live uitgevoerd tot een lengte van 14 minuten. In dit epos permitteren de heren zich de vrijheid om te improviseren op een thema terwijl de band gewoon doorloopt. Het is jammer dat ze dit nooit hebben herhaald op volgende albums want iedere fan schrijft dit nummer de hemel in (inclusief ikzelf). "Blue Eyed Lady" heeft een intro dat 3 maal van thema wisselt voordat het werkelijk van start gaat! Het snelle "Softer Ride" stormt aan je voorbij en "Claudie" heeft zo'n sterke melodie dat je het gewoon wel een goed nummer moet vinden. "A Reason For Living" heeft variatie en een sterk refrein.

In 1974 verschijnt "Quo". Voor mij het beste album van "The Frantic Four". Het rauwe geluid van de gitaren past perfect in de composities. De afwisseling in en tussen de nummers onderling is eveneens perfect. Rossi's solo in "Just Take Me" is zijn spannendste ooit. Lancaster schreef het harde "Drifting Away" dat een headbanger van jewelste is, en de stampende "Don't Think It Matters". De single "Break The Rules" is Status Quo ten voeten uit. "Lonely Man" is een verhaal apart. Ik kan niet uitleggen hoe goed ik dit nummer vind. De sfeer in dit nummer, de opbouw naar het einde, de solo, en de finale zelf zijn gewoon fantastisch. Wat "onschuldig" met gitaar en een beheerste vocal begint ontaard in een heftig spektakel dat zijn weerga niet kent. Wanneer je tracht bij te komen van dit nummer krijg je nog eens "Slow Train" voor je kiezen, rauw, tempowisselingen, drumsolo, steeds sneller spelende gitaren… en een stampend einde. Ge-wel-dig!
Geen enkele rock liefhebber kan om dit album heen.

Het probleem van een geweldig album is dat zijn opvolger altijd alleen maar minder kan zijn. "On The Level" uit 1975 mag dan volgens mij iets "minder" zijn, het is wederom een ijzersterk album dat zelfs op 1 binnenkomt in Engeland. IJzersterk alleen al omdat "Down Down" erop prijkt. (mijn keuze als beste quo-single ooit) "Down Down" is hard, energiek en gewoon een ongelooflijk stoer nummer dat ik al 35 jaar lang blijf draaien. De intro heeft je meteen al te pakken, nadat die wegvalt komt met het invallen van de gehele band een geluidsmuur op je af die je gewoon van je stoel blaast. Met "Little Lady" als album opener levert Rick Parfitt een van zijn beste songs af. De break in het midden en het opnieuw aanzwellen naar het harde geluid zijn het sterke punt in dit nummer. In het slepende "Most of the Time" komt Rossi opnieuw tot een grootse solo. "I Saw The Light" heeft een sterk refrein en "Over And Done" heeft prachtig gitaarwerk en een sterke zanglijn.

"Blue For You" uit 1976 is het tweede album dat in Engeland op 1 binnenkomt. Het opent met een Lancaster/Rossi compositie: "Is There A Better Way". Je zou dit nummer toch hard rock kunnen noemen…heerlijk hard is het zeker. Opvallend is de samenwerking tussen Lancaster en Rossi die zelden voorkomt. Op "Blue For You" zelfs twee keer. Ook "Rolling Home" komt van hun hand. Toeval of niet, ik vind het de twee beste nummers van het album. De harmonica partij van Bob Young past geweldig tussen de gitaren in "Rolling Home". Ik moet daar meteen aan toevoegen dat ik Bob Young's harmonica in iedere Status Quo track een aanwinst vind. "Ring of A Change" is ook zo'n nummer dat ik maar niet beu kan worden. "Rain" en "Mystery Song" zijn weer twee songs van de hand van Parfitt die daarmee bewijst dat ook hij hits kon schrijven, het zijn de singles van dit album.













Na al deze succesvolle albums is het tijd voor een dubbel-live album. In 1977 verschijnt "Live!" Opvallend is dat "Down Down" ontbreekt. Je zou verwachten dat zo'n grote hit niet zou mogen ontbreken. Maar voor het succes van het album maakt het allemaal niets uit. (Het nummer maakte op het moment van opnemen geen deel uit van de setlist.) Het bereikt vrijwel overal de top tien en de fans zijn het unaniem eens. Dit is hun band op zijn best met klassiekers als "Big Fat Mamma", "Roll Over Lay Down", "Caroline" en "4500 Times". Met "Live!" lijkt Status Quo echter een tijdperk af te sluiten. In 1977 verschijnt namelijk hun volgende studio-album waar niet iedere fan even blij mee is.

"Rockin All Over The World" werd voor het eerst in lange tijd niet door de band zelf geproduceerd maar door Pip Williams. De reden daarvoor zou zijn geweest om de sound meer geschikt te maken voor de Amerikaanse markt die hun platenmaatschappij zo graag wilde veroveren. Het resultaat was in mijn ogen teleurstellend. De magere productie ontdeed ieder nummer van het heavy gitaargeluid en de power waarmee de band groot was geworden. Status Quo klonk plotseling als een popband. Commercieel gezien deed het album het iets minder goed dan zijn voorgangers als je naar de hitlijsten kijkt maar de cover en titletrack "Rockin' All Over The World" werd wel een van hun grootste hits. Amerika werd echter niet veroverd. Voor het eerst verloor Quo aan geloofwaardigheid als "hard rocking" act en kregen de fans van het eerste uur een album voorgeschoteld waar niet iedereen vrolijk van werd. Maar de schuld kan niet alleen op de productie worden afgeschoven. Ook qua songs liet het album een andere Quo horen dan je tot dan toe gewend was. Menig fan heeft moeite met "Baby Boy" dat werkelijk op niets lijkt dat de band in jaren daarvoor heeft uitgebracht. Een soft en zelfs een beetje sullig klinkend nummer. "For You" is een niet meer dan gemiddelde lovesong. "Rockers Rollin" komt nog het dichtst in de buurt van eerder werk. "let's Ride" en "Too Far Gone" zijn niet onaardig. "Hard Time" en "Can't Give You More" zijn de nummers die ik wat vaker draaide. Verreweg het beste nummer is "Hold You Back" dat helaas veel te lijden heeft onder de magere productie. Voor het eerst stelt de band wat mij betreft teleur maar dat komt uiteraard omdat ik van het meer stevige werk hou. Er zijn ook fans die het positief vinden dat de band niet bang is om "te sleutelen" aan hun sound of het prima vinden dat de band meer wil dan alleen "in yer face" boogie-rock. Live blijft de band echter hard als altijd.














In 1978 verschijnt de opvolger "If You Can't Stand The Heat", opgenomen in Nederland. Fans van het eerste uur zijn verdeeld. Op het album zijn blazers (!) en vrouwelijke backing-vocals te horen. Niet echt het recept zoals in de vroege jaren 70. Quo experimenteert en is blijkbaar nog steeds op zoek naar vernieuwing. De eerste single "Again And Again" van het album is wel degelijk een rocker maar de gitaren klinken in de mix nog steeds minder "heavy" dan in het verleden, het voornaamste bezwaar van de fans. De tweede single "Accident Prone" bevat zelfs een disco-achtige beat en wordt gezien als een poging om mee te doen aan de discorage van dat moment. De single komt in Engeland niet verder dan de 36e plaats. De laagste notering in jaren. Toch vind ik "If You Can't Stand The Heat" een stuk beter klinken dan "Rockin' All Over The World". Niet zo heavy als het oudere werk maar wel beter passend bij de band dan zijn voorganger ondanks de blazers en vrouwelijke backing-vocals. Die vocals passen wat mij betreft eigenlijk best goed bij een playboy als Parfitt als hij "Long Legged Linda" zingt. Ook op "Oh What A Night" komt hij er prima mee weg. "I'm Gonna Teach You To Love Me" is zo'n nummer dat je op een flink volume moet draaien en eruit springt wanneer de solo begint. Wanneer je de posts over dit album op het messageboard van de Status Quo website leest valt mij toch wel op dat "If You Can't Stand The Heat" uiteindelijk jaren later alsnog de waardering krijgt die het verdient.

Aan het einde van de jaren 70 is de band zo'n 10 jaar bijna onafgebroken aan het touren geweest. Tussen Lancaster en Rossi bestaat er inmiddels onenigheid over hoe de band zich muzikaal zou moeten ontwikkelen. Het gebruik van drugs en alcohol binnen de band begint ook steeds grotere vormen aan te nemen. Irritaties tussen de bandleden nemen toe. Rossi schrijft in "The Status Quo Autobiography XS All Areas" dat de band zich in die tijd in een burn-out situatie bevindt. Aan het volgende album is dat wat mij betreft nog niet te merken.

Ik kan mij herinneren dat Francis Rossi in 1978 of 1979 in een interview met het popblad "Popfoto" een aankondiging doet dat het volgende album weer ruig en rauw zal worden. Die uitspraak zorgde ervoor dat mijn verwachtingen voor "Whatever You Want" uit 1979 "skyhigh" waren. Toen de gelijknamige single uitkwam had ik aanvankelijk wat bedenkingen. Ik hoopte eigenlijk op een tweede "Down Down". Zo hard was "Whatever You Want" duidelijk niet, maar wat een intro en wat een solo! Al snel begon ik het nummer steeds beter te vinden na iedere keer dat ik het draaide. Ik kon niet wachten tot het album uitgebracht zou worden. Nadat ik het gekocht had zette ik de naald meteen op het tweede nummer (het titelnummer kende ik natuurlijk al) en… daar klonken de eerste seconden van het heavy "Shady Lady". Ruig en rauw, Rossi had niets teveel gezegd. Ik vond het geweldig. Ook "Who Asked You" klink rauw maar is daarnaast ook nog eens een geweldige compositie. "Your Smiling Face" en "Come Rock with me" zijn mij wat te eentonig maar "Rockin On" is een geweldige rocker en de single "Living On An Island / Runaway" is volgens mij geliefd bij iedere fan. "Breaking Away" is Quo ten voeten uit en kent net als "Big Fat Mamma" een tempowisseling waarna de band als vanouds de beuk erin gooit om vervolgens in de finale terug te vallen in een lazy tempo met een harmonica partij. Een betere afsluiter kun je niet bedenken. De "hardcore fans" komen op "Whatever You Want", na voor hen twee teleurstellende albums, weer ruimschoots aan hun trekken.

Ook over de opvolgers "Just Supposin" uit 1980 en "Never Too Late" uit 1981 zijn de fans redelijk tevreden. Beide albums komen voort uit 1 opnamesessie in 1980. "What You're Proposing", de eerste single van "Just Supposin" is een grote hit in meerdere landen. Een snelle catchy song die ook bij niet quo-fans goed in de smaak valt. "Coming And Going" heeft opnieuw een harmonica partij die goed uit de verf komt. "The Wild Ones" is de track die ik het meest heb gedraaid in die tijd. Hoewel de tweede single "Lies" veel minder succesvol was vind ik het toch een van de beste tracks op het album. Het refrein zat wekenlang in mijn hoofd en gaat me nooit vervelen. "Don't Drive My Car" is geliefd bij fans maar zelf vind ik het een wat minder nummer, hetzelfde geld voor "Over The Edge". "Just Supposin" klinkt wat minder rauw als zijn voorganger.

Tijdens de opnames voor dit album komt Parfitt's dochter Heidi te overlijden. Ze verdrinkt in hun eigen zwembad. De impact van deze gebeurtenis is natuurlijk enorm. Rond deze tijd kwam er ook al een einde aan de samenwerking tussen Rossi en Bob Young (co-writer van vele songs). Een gebeurtenis waarvan vele jaren later bleek dat deze werd bekonkeld door enkele managers binnen de band die erg handig waren in het laten verdwijnen van enorme geldstromen. Ook lopen de spanningen tussen Lancaster en Rossi steeds verder op en raakt Rossi steeds dieper verstrikt in zijn coke verslaving.

"Never Too Late" kent heel wat ruwe kantjes. Zo is daar de werkelijk bikkelharde cover van Chuck Berry's "Oh Carol" en het sterke "Take Me Away" waarin Rossi soleert als in zijn beste dagen. "Long Ago" en titeltrack "Never Too Late" doen wat er van ze verwacht wordt. "Enough is Enough" beschikt over een briljante riff en is een korte track die aan je voorbij dendert en je ademloos achterlaat. Eentonig? Tsja, eigenlijk wel, maar toch erg lekker! "Falling In, Falling Out" komt nog het meest in de buurt van een poppy nummer, maar dan wel één van de betere in zijn soort. "Riverside" is heavy maar is mij te eentonig ondanks de tempowisseling halverwege. "Don't Stop Me Now" is een rocker van het zuiverste soort voorafgegaan door het meer melodieuze "Mountain Lady". "Never Too Late" is voor veel fans het laatste grootse album van hun band in een lange tijd.

"1+9+8+2=20" uit uiteraard 1982 staat in het teken van het feit dat Rossi en Lancaster elkaar dan 20 jaar geleden ontmoetten en een samenwerking beginnen die uiteindelijk, na een aantal naamsveranderingen, onder de naam Status Quo zal verdergaan. Dit jubileum krijgt veel publiciteit en is dan ook een belangrijke factor in het feit dat het album in Engeland op de eerste plaats binnenkomt. De totstandkoming van het album kent heel wat problemen want drummer John Coghlan besluit uit de band te stappen. Hij heeft genoeg van de perikelen rond de steeds heviger drugsverslaving van Rossi en Parfitt en kampt zelf met een alcohol probleem. Zij vervanger is Pete Kirscher. Het album klinkt vlak en haalt niet het niveau van zijn voorganger. Alleen het door Bown/Parfitt gescheven "Resurrection" doet aan betere tijden denken. De eerste single "Dear John" haalt in Engeland nog net de top 10 maar de opvolger "She Don't Fool Me" komt niet verder dan de 36e plaats. Op "Get Out And Walk" en "I Should Have Known" blijft het bij een poging om wat steviger werk te produceren. Vergeleken bij bijvoorbeeld "Take Me Away" van het vorige album valt het echter allemaal in het niet. Ook Lancaster komt op 1+9+8+2 niet op dreef. Van zijn hand verschijnen "I Love Rock'n Roll", "I Want The World To Know" en "Big Man". Geen van deze drie maken erg veel indruk.

Met "Back To Back" uit 1983 lopen de spanningen tussen Lancaster en Rossi verder op. Het door Lancaster/Lamb geschreven "Ol'rag Blues" is de eerste single maar verschijnt op het laatste moment in de versie waarop Rossi als leadvocal is te horen en niet de door Lancaster zelf ingezongen versie. Dit besluit werd genomen door de platenmaatschappij en zet het conflict tussen hen nog verder op scherp. Het is een top 10 hit in Engeland. Het loopt helemaal uit de hand wanneer het door Rossi/Frost geschreven "Marguerita Time" als single gekozen wordt. Dit soft-pop nummer met een grote hoofdrol voor de keyboards staat Lancaster zo tegen dat hij afwezig is tijdens de promotie van de single op "Top Of The Pops". De single is echter in Engeland een grote hit en behaalt de 3e plaats. "Back To Back" is een pop-rock album waar de keyboards vooraan in de mix zijn te horen. Voor het overgrote deel vallen de nummers duidelijk niet in de smaak bij de fans van het eerste uur maar het softere geluid valt wel redelijk in de smaak bij een breder publiek en de wat jongere fans. De later verschenen cover-single "The Wanderer" is ook een pop-rock song die enorm succesvol is. Een top 10 hit in meerdere landen.

De spanningen onderling en het drugsprobleem van Rossi zorgen ervoor dat hij denkt over een einde aan zijn rol in Status Quo. Wanneer hij aankondigt te willen stoppen met touren blijkt dat de andere leden zich daar niet erg tegen willen verzetten. Behalve de platenmaatschappij uiteraard die hem voor gek verklaart. Commercieel gezien is de band nog steeds enorm succesvol. Stoppen met touren zal de verkoop van albums zeker geen goed doen. Er komt echter wel een groots opgezette 65 gigs tellende afscheidstour: "The End Of The Road Tour".

Parfitt tekent een contract voor een solo-album en Rossi werkt samen met Bernie Frost aan zijn solo-album. Beide worden echter nooit uitgebracht. Rossi vervalt nog verder in zijn verslaving en is daar meer mee bezig dan ooit. In 1985 komt Bob Geldof echter met zijn project Band Aid en later Live Aid op de proppen. Rossi en Parfitt worden gevraagd deel te nemen aan de opnames voor "Do They Know It's Christmas Time". Ze stemmen toe. De single is een enorm wereldwijd succes en speciaal voor de gelegenheid komt The Quo, die officieel niet meer samen zijn, nog een keer tot leven en opent "Live Aid". De publiciteit die het met zich mee brengt is een eerste aanzet tot de heroprichting van de band omdat de platenmaatschappij volgens contract nog recht heeft op 1 album van de heren nadat zowel de solo-albums van Rossi als Parfitt niet zijn uitgebracht. Rossi wil echter niet verder samenwerken met Lancaster. Parfitt introduceert vervolgens drummer Jeff Rich en bassist John Edwards die hem eerder terzijde stonden bij de opnames van zijn solo-album. Ondertussen probeert Lancaster te voorkomen dat de band verder gaat als Status Quo zonder hem. Een rechtzaak en uiteindelijk een afkoopsom zorgen ervoor dat The Quo opnieuw het leven ziet. De meningen zijn verdeeld over de vraag in hoeverre het openen van "Live Aid" er toe heeft bijgedragen dat de band weer tot leven komt. Dat het een positieve inpuls is geweest, daarover zijn de fans het wel eens, maar volgens hen was het er zonder dit evenement ook wel van gekomen.

In 1986 verschijnt "In The Army Now". "Rolling Home", geschreven door John David, de bassist van Dave Edmunds, werd de eerste single en bereikt de top 10 in Engeland. Met de derde (cover) single en titletrack "In The Army Now", geschreven door de Nederlanders Bolland en Bolland heeft Quo een van hun grootste hits ooit. Het bereikt de eerste plaats in meerdere landen en bereikt vooral ook een breder publiek dan de quo-fan alleen. Het is een bevestiging in Rossi's ogen dat dit de juiste weg is, muzikaal gezien, voor de nieuwe Quo. Toch is dit ook het moment dat veel fans van het eerste uur afhaken. De single staat ver van de sound uit de jaren 70 en ook "Marguerita Time" is al bij velen in het verkeerde keelgat geschoten. Het album bevat verder weinig rockers maar vooral pop-rock met duidelijk aanwezige keyboards zoals in "Dreamin" en "Speechless". Eerlijk gezegd vond ik dit best aardige muziek maar was het niet wat ik wilde horen op een nieuw Status Quo album. Op "Invitation" laat Rossi zijn liefde voor country duidelijk horen. "In The Army Now" is een aardig pop-rock album geschikt voor een breed publiek.

"Aint Complaining" uit 1988 geeft hetzelfde beeld met dit verschil dat het een stuk minder succesvol was dan zijn voorganger. Voor het eerst sinds 1972 bereikt een quo-album geen top 10 notering in de engelse hitlijst. Een teken aan de wand. Quo klinkt meer poppy dan ooit en bevat songs als "I Know You're Leaving" en "Who Get's The Love" die passen in de omschrijving soft-pop. "Burning Bridges" met de keyboard in de hoofdrol bereikt nog wel de top 10. Het gebruik van samples in de titletrack en opener van het album "Aint Complaining" doet menig Quo-fan huiveren. Het voor Quo-maatstaven over-geproduceerde "One For The Money" maakt ook al een twijfelachtige indruk. Het enige nummer dat ik van dit album regelmatig draaide was "Cross That Bridge" vanwege het aanstekelijke refrein. Maar voor velen is Quo niet meer de rock-act van weleer en verliest men de interesse in de band.

Het album dat Quo nog verder de das om doet, naar mijn idee, is het in 1989 uitgebrachte "Perfect Remedy" dat in Engeland niet hoger reikt dan de 49e plaats! De band is duidelijk op zoek naar een ander geluid en raakt daarbij steeds verder verwijdert van wat veel fans nog steeds zien als hun roots, de stevige boogie-rock. Van "Perfect Remedy" komt geen enkele single hoger dan de 50e plaats (!) en buiten Engeland is er geen enkel hit-succes. "Invitation" en "1000 Years" vallen respectievelijk onder de country en soft-pop zoals Rossi ze in die periode schrijft en "Tommy's In Love" is misschien wel het meest gehate nummer onder fans. Opvallend is "The Power Of Rock" dat beschikt over een finale en solo die de tijden van vroeger iets laten herleven. Het blijft bij deze ene track die zoals later duidelijk werd vooral door toedoen van producer Pip Williams op het album verschijnt. "Little Dreamer" is een niet meer dan gemiddelde rocker.

In 1990 verschijnt de single "The Anniversary Waltz" ter ere van het 25 jarig bestaan van Status Quo. De aaneenschakeling van rock and roll hits uit het verleden uitgevoerd in de oude vertrouwde Quo-stijl is een enorm succes in Engeland en andere landen in Europa. De heel slim hieraan gekoppelde video en compilatie-album "Rockin All Over The Years" is een kaskraker en bereikt de 2e plaats in Engeland. Uiteindelijk worden er zo'n 2 miljoen exemplaren van verkocht.

In 1990 verschijnt er geen nieuw studio-album en het duurt dan ook even voordat ik in de gaten had dat in 1991 "Rock "Til You Drop" werd uitgebracht. Toen ik deze cd in de winkel zag liggen en op de achterkant bij de tracklist "Can't Give You More" en "4500 times" zag staan werd mijn nieuwsgierigheid toch wel erg geprikkeld. Ook de titel beloofde heel wat. Opener "Like A Zombie" was in ieder geval een heuse rocker net zoals "One Man Band". Niet alle nummers klonken per se heavy maar kwamen in ieder geval dichter in de buurt van wat je verwacht van Quo dan de voorganger "Perfect Remedy". Zo mogen "All We Really Wonna Do", "Fame or Money" en de re-recording van "Can't Give You More" er zijn. "4500 Times" klinkt uitstekend, alsof Quo met de nieuwe line-up wil bewijzen dat ze niet hoeven onderdoen voor "The Frantic Four". Ondersteund door een ludieke actie die ze in het "Guiness Book Of Records" brengt bereikt "Rock 'Till You Drop" de top 10 in Engeland. Quo speelt namelijk 4 shows in 11 uur en 11 minuten in Sheffield, Glasgow, Birmingham en Wembley Arena.

Na het succes van "The Anniversary Waltz" en "Rock 'Till You Drop" waar Quo duidelijk weer teruggrijpt naar de wat meer stevige rock stijl zijn de verwachtingen onder de fans naar het nieuwe studio-album hoog gespannen. Die komt pas in 1994 nadat Polydor Vertigo opvolgt als Quo's platenmaatschappij. De verwachtingen worden niet waargemaakt. "Thirsty Work" is een herhaling van de weg die de band al eerder was ingeslagen met "Perfect Remedy" met ditmaal "Restless" als dieptepunt. Ook "Tango", Sherry Dont Fail Me Now" en "Sorry" vallen verkeerd. Het enige nummer dat ik af en toe eens draaide was "Soft In The Head". "Thirsty Work" is mijn op 1 na minst gedraaide Quo cd tot op de dag van vandaag. De cd die ik vrijwel nooit draai is de volgende release: "Don't Stop" uit 1996. Het verschijnen van deze cover-album doet me bijna van mijn geloof vallen. Nu heb ik nooit veel met covers maar Status Quo die "When You Walk In The Room" en " I Can Hear The Grass Grow" speelt gaat me toch te ver ook al is het de platenmaatschappij die aandringt op dit hele gebeuren. Als ik dit album 3 keer heb beluisterd dan is het veel. Het staat tussen mijn collectie, daarmee is alles gezegd. Onvoorstelbaar dat het uiteindelijk de 2e plaats in Engeland bereikte na flink wat reclamespots op tv.

Maar Quo blijft me verbazen. Dit keer met het uit 1999 verschenen "Under The Influence". Ik herinner me nog heel goed de eerste keer dat ik dit album beluisterde. Ik kreeg het er bijna warm van. Ik kon mijn oren niet geloven. "Twenty Wild Horses", het titelnummer, "Round and Round" en "Shine on" (de finale van dit nummer geeft me nog steeds de koude rillingen) bracht me terug in de jaren 70! Van "Making Waves" viel ik helemaal van mijn stoel en ook "The Way it Goes" vond ik een prima single. Quo had duidelijk zijn roots herontdekt en ik vergaf ze meteen het country achtige "Blessed Are The Meek" en de matige cover "Not Fade Away. "Little White Lies" mag dan een popsong zijn het is wel een van de betere die ze ooit gemaakt hebben en ook het stampende "Roll The Dice" gaat erin als koek. "Under The Influence" heeft letterlijk weken onafgebroken in mijn cd-speler gezeten en ik vertelde iedereen die het maar wilde horen (of niet) dat Status Quo weer zo'n goed album had gemaakt!

In April 2000 verschijnt "Famous In The Last Century" , opnieuw een cover-album! Volgens hun manager David Walker zou dit een goede zet zijn geweest, Rossi en Parfitt vinden het het slechtste album dat Quo ooit heeft uitgebracht. Nu zat ik al helemaal niet op nog meer covers te wachten na het heerlijke "Under The Influence" maar "Famous In The Last Century" is minder erg dan "Don't Stop"… Laten we het daar maar op houden.

"Heavy Traffic" uit 2002 is volgens velen de wederopstanding van de band. Ditmaal geen soft-pop, geen country-pop maar rockers en… rockers! Het titelnummer en "Do it again" springen eruit. Ook "Green" en "Rhythm Of Life" die dan weliswaar wat minder stevig zijn blijven in mijn hoofd zitten. "Blues and Rhythm" en "Solid Gold" is Quo zoals je ze kent. "The Oriental" heeft een break zoals we ze lang niet hebben gehoord en "Another Day" stampt weer lekker aan je voorbij. Zelfs de pers is positief in Engeland. "A return to form" is een kreet die voorbij komt. Het album bereikt de 15e plaats en zal uiteindelijk de gouden status bereiken. Deze "overwinning" smaakt zoet voor vele fans wanneer blijkt dat de opvolger "Riffs", alweer een cover-album opgelegd door de platenmaatschappij, niet verder reikt dan de 34e plaats. Het enige goede aan "Riffs" is een re-recording van "Caroline" die heel goed uitpakt en zelfs mijn voorkeur heeft boven de uitvoering op "Hello". "Riffs" is verder niet aan mij besteed en gaat volledig voorbij aan het buitenland.

Op "The Party Aint Over Yet" uit 2005 haalt de band weer een niveau dat zeker niet onder doet voor "Heavy Traffic", sterker nog, hij heeft mijn voorkeur tussen deze twee. De single en titletrack blijft weer weken in mijn hoofd hangen en behaalt de 11e plaats, de hoogste notering sinds "The Anniversary Waltz - Part One" uit 1990. Hoogtepunt voor mij is "Gotta Get Up and Go" waarbij ik opnieuw een soort jaren 70 gevoel bij krijg. Vooral de rauw klinkende solo doet me denken aan die van "Just Take Me" van "Quo" uit 1974. De tweede single "All That Counts Is Love" is een prima pop-rock song die vooral in de "radio edit version" erg lekker klinkt. Datzelfde geldt trouwens ook voor "The Party Aint Over Yet". "Nevashooda" is een apart verhaal. Dit nummer heeft een heel apart sfeertje en als dat al komt door de country invloeden dan is dit het best geslaagde nummer in die stijl ooit. "Goodbye baby" klinkt behoorlijk ruig en de stampende rocker "You never Stop" is een van mijn favorieten op dit album. "Belavista Man" en "Kick Me When I'm Down" laten een Parfitt horen in opperbeste rockende vorm. "The Party Ain't Over Yet" is opnieuw een heel sterk album.

In 2007 verschijnt "In Search Of The Fourth Chord" op hun eigen label: "Fourth Chord Records". De titel is duidelijk een hint met een knipoog naar al diegenen die beweren dat de band niet in staat is meer dan 3 akkoorden te spelen. Een vrouwelijk stem aan het begin van de cd geeft de luisteraar de opdracht om goed te luisteren en het 4e akkoord te herkennen. Na al die jaren beschikt de band gelukkig nog over een dosis zelfspot en humor. De opener en single "Beginning Of Te End" is een spetterende rocker maar is desondanks geen grote hit, slechts een 48e plaats. Het album bereikt wel de 15e plaats. "Alright" is een Parfitt zoals ik hem graag hoor in een stevige track. "I Don't Wonna Hurt You Anymore" is mijn favoriet. Een typische Rossi/Young compositie, snel en catchy. "Electric Arena" is een onvervalste blues waarin Rossi de luisteraar onthult dat hij best nog wel eens terugdenkt aan de periode dat Quo zonder problemen stadions vol kreeg. Absolute verrassing is het door bassist John Edwards geschreven én gezongen "Bad News". Voor het eerst sinds het vertrek van Alan Lancaster is er een andere leadvocal te horen dan die van Rossi of Parfitt. Ook verrassend is het feit dat "Bad News" net zo heavy is als de band in de vroege jaren 70. Op "Tongue Tied" laat Rossi zich horen op wel heel kwetsbare manier. Zijn duidelijk aan slijtage onderhevige stem is hoorbaar in dit nummer maar hij verkiest deze versie in plaats van een andere take. Het resulteert in een song die in de verte lijkt op "Rock'n Roll" van het "Just Supposin" album. Niet alle songs zijn even sterk maar het totaal is opnieuw een prima album.

Waarschijnlijk zal begin 2011 een nieuw studioalbum verschijnen.

(edit: lees de review van Quid Pro Quo hier )

"The Quo Army" mag dan niet meer zo groot zijn als in de jaren 70 en 80 maar nog steeds worden er genoeg tickets verkocht om de band ieder jaar weer op tour te laten gaan in Engeland, Duitsland, België, Frankrijk en Zweden en zo af en toe ook in Nederland. Ook Australië werd onlangs nog aangedaan waar een aantal uitverkochte optredens werden gegeven.

Wanneer je al 36 jaar luistert naar dezelfde band dan kun je rustig zeggen dat de muziek een deel van jezelf wordt. In al die jaren is je leven behoorlijk aan verandering onderhevig maar de muziek van die ene band blijft altijd aanwezig. Fans op het messageboard kunnen nog steeds hartstochtelijk reageren op alles wat met hun idolen te maken heeft. Ze voeren nog steeds discussies over welk album het beste is en geven nog steeds hun ongezouten mening over elk album dat verschijnt. Sommigen zijn nog steeds niet over de verloren status van hun band als "supergroep" heen en sommigen zijn gewoon blij dat hun band nog steeds bestaat. Rossi en Parfitt worden er niet jonger op en ieder nieuw album kan heel goed het laatste zijn. In een post op het messageboard vroeg ik de fans of ze in het kort konden aangeven waarom ze nog steeds fan zijn van deze band die al lang niet meer "in" of "cool" is. "It matches my pulse and brainwave patterns... They have given me the soundtrack to my life" is het antwoord van een van hen met de alias "The Quoman".

Ik sluit me daar graag bij aan.

Eric Krull

(Edit 05-08-2013)
lees hier een verslag van de Frantic Four reunion gigs
of lees hier een verslag van de Bula Quo film premiere
door een Londense Quo-fan.


Bronnen:
- "The Status Quo Autobiography - XS All Areas" by Francis Rossi and Rick Pafitt

- The Status Quo Messageboard (thanks to "Per-Ola", "Huge Obese Mama", "The Quoman", "Radio Quo", "Razor61289", "Wark is God" and  "2B or not 2B" for your input!

- Status Quo Collectors Website